Startpakket voor ouders

Taal in Blokjes startpakket voor ouders

Speciaal voor ouders die met hun kind willen oefenen met lezen en spellen hebben wij het  Taal in Blokjes startpakket samengesteld.

Voor goede resultaten is het belangrijk dat je kind zoveel mogelijk oefent!

Dit startpakket kan je gaandeweg uitbreiden met andere materialen en werkvormen.
Ga hiervoor naar Werkboeken, extra materialen en spelend leren.

 

Kennismaken met Taal in Blokjes

Inspiratieboek

Wil je de  uitleg van de materialen en werkvormen van van Taal in Blokjes liever op papier lezen? Vraag dan het “Inspiratieboek Taal in Blokjes” aan.

In het Inspiratieboek (48 blz.) staat veel informatie over de methode en alle materialen en software worden beschreven met doelstelling, uitleg en voorbeelden. Ook de basisprincipes zoals coderen en het gebruik van de klankblokken voor de spelling worden met voorbeelden uitgelegd.

Het Inspiratieboek kan kosteloos worden aangevraagd en opgestuurd. Mail hiervoor naar info@taalinblokjes.nl

Taal in Blokjes startpakket voor ouders

Wat zit er in het startpakket? 

Het Taal in Blokjes startpakket bestaat uit:

1. Een Basiskoffer met:

  • Klankblokken: elke klank heeft zijn eigen kleur, met de klankblokken kan je kind woorden bouwen en leren hoe de woorden in elkaar zitten vóór het opschrijven.
  • Markeerstiften: elke klank heeft zijn eigen kleur, met de markeerstiften kan je kind woorden op klank coderen, daardoor zijn de klanken makkelijker te herkennen met lezen.
  • Klankkaart 6: dit is de kaart met alle Nederlandse klanken, je kind gebruikt deze kaart bij het coderen en blokken van de woorden.
  • Blokwoordenboek: in het blokwoordenboek staan woorden in opklimmende moeilijkheidsgraad, van makkelijk naar steeds moeilijker. Je kind kan beginnen met het blokken van  “makkelijke woorden” en als dit goed gaat, steeds een stapje hoger gaan.  Bij elk werkboek kan je het juiste niveau van de woorden opzoeken. Met het blokwoordenboek kan je ook oefenen met het spel ‘Woordvelden’. Bij Woordvelden bouwt één speler een woord en moet de andere speler “raden”welk woord dit is. Dit is een leesoefening.

2. Een abonnement op de Taal in Blokjes Reader software voor ouders: in de Reader kan je kind verhalen lezen op elk leesniveau. De verhalen zijn automatisch gecodeerd in de kleuren voor klanken van Taal in Blokjes. Er zijn veel mogelijkheden om de leesbaarheid te verbeteren en zo het lezen voor je kind toegankelijker te maken. Je kan ook zelf verhalen toevoegen. De software draait op elk apparaat, ook op de smartphone, dat is handig voor in de vakantie!

 

Een korte kennismaking en een paar voorbeelden van de Taal in Blokjes Reader software

Wat is de Taal in Blokjes reader software?

De Taal in Blokjes Reader software is een programma dat ontwikkeld is om leerlingen te helpen om op eigen kracht beter en sneller te leren lezen met klankhulp.

Moeilijke teksten met lange woorden en kleine lettertjes worden opeens goed leesbaar. Je kind kan verhalen beter lezen en begrijpen, krijgt meer plezier in het lezen en het zelfvertrouwen neemt toe.

De Taal in Blokjes reader software heeft een uitgebreide bibliotheek met verhalen op elk leesniveau.

Voorbeeld lezen met de Taal in Blokjes Reader software
Bekijk de animatie hieronder. Het verhaal over het stekelvarken op het grijze vlak is behoorlijk pittig maar met de klankhulp, de klankstukken en de juiste instellingen is het lezen goed te doen! Korte klanken zijn groen, lange klanken zijn geel, twee-teken klanken zijn rood en stomme klinkers zijn oranje (en de medeklinkers zijn blauw). De klankhulp en andere hulpmaatregelen kan je op maat instellen. Probeer met je kind de mogelijkheden uit!


Nog een paar voorbeelden
Hieronder zie je een een ‘makkelijke’ en een ‘moeilijke’ tekst met klankcodering en leesbeeld instellingen.

Startpakket bestellen

De kosten voor het startpakket zijn €45.–

Dit is inclusief:

  • de basiskoffer en
  • 3 maanden Taal in Blokjes Reader software voor ouders.

Na 3 maanden betaal je voor de Reader software €7,50 per maand (het abonnement is maandelijks opzegbaar).

Reader voor:
ouders

7,50 /maand

  • ideaal voor thuisgebruik
  • inclusief video cursus
  • niet goed geld terug

Startpakket ouders

45,- (eenmalig)
daarna 7,50 per maand

  • incl. basiskoffer (basisset 1)
  • incl. 3 maanden reader software
  • daarna 7,50 per maand
  • ideaal voor thuisgebruik
  • video cursus
  • niet goed geld terug

Wetenschappelijk onderzoek naar lezen van een beeldscherm

Lezen op papier of lezen van een beeldscherm hebben elk voordelen en nadelen. Een boek is fysiek, je kan het vasthouden en voelen.

Bij lezen op een beeldscherm kan je makkelijk woorden uitvergroten en tekst doorscrollen. Het lezen op een smartphone kan een voordeel zijn omdat je kind kleine stukjes tegelijk kan lezen zonder overweldigd te worden door een ‘zee van letters’.

Wil je iets lezen over onderzoek naar lezen op een tablet of e-reader? De onderzoekers van het Smithsonian Institute in Washington publiceerden hun studie in PLOS ONE (Matthew H. Schneps et all, E-Readers Are More Effective than Paper for Some with Dyslexia, September 18, 2013), een wetenschappelijk tijdschrift op internet waarvan de papers gratis gedownloaded kunnen worden.

Bij lezen op een beeldscherm stelden de wetenschappers vast dat mensen met dyslexie gemakkelijker, sneller, accurater konden lezen en de tekst beter begrepen wanneer ze de pagina-opmaak op het scherm naar hun persoonlijke voorkeur konden aanpassen.

Vooral een grotere lettergrootte en slechts enkele woorden per lijn kwamen voor minstens 1 van de 3 mensen met dyslexie zeer goed uit.

Daar is een logische verklaring voor.

Een belangrijk element in veel gevallen van dyslexie is een zogenaamd visueel aandachttekort, een probleem waarbij men het moeilijk heeft op zich te concentreren op de letters van een woord en op woorden in de lijnen van een tekst.

Een ander element is het verstoorde vermogen om groepjes van letters in een woord te herkennen.”

Nog meer thuis oefenen met Taal in Blokjes?

Onze taal is gebouwd op klanken en regels. Het is onmogelijk om alle woorden uit het hoofd te leren maar dat hoeft ook niet!

Met Taal in Blokjes kunnen kinderen hun lees- en spellingvaardigheid te verbeteren omdat zij klankhulp krijgen en leren hoe woorden in elkaar zitten.

In het algemeen is het zo dat je makkelijker leert naarmate er meer zintuigen worden ingeschakeld. Daarom legt Taal in Blokjes uit hoe woorden in elkaar zitten met horen, zien, voelen en zelf doen. Lezen is decoderen en spellen is coderen. Je kind leert de ‘geheime code’ van de taal te kraken.

Vragen?

Heb je als ouder inhoudelijke vragen of wil je extra ondersteuning? We helpen je graag!
Mail naar Bianca van het F&L-expertisecentrum: ouders@fenlexpertisecentrum.nl

 

Meer weten?

Ja dat kan, veel materialen, werkboeken en software zijn ook geschikt voor thuisonderwijs. Bekijk op welk niveau je het beste kan beginnen, vraag hiervoor advies. Hieronder volgt een overzicht van wat je kan inzetten.

Bekijk eerst het Inspiratieboek Taal in Blokjes. In het Inspiratieboek Taal in Blokjes worden alle materialen werkboeken en software beschreven met doelstelling, uitleg en voorbeelden. Tevens bevat het Inspiratieboek veel informatie over de methode en de basiswerkvormen lezen en spellen. Gebruik deze basiswerkvormen.

Er is een digitale en een papieren versie. Voor de digitale versie ga naar
https://www.taalinblokjes.nl/inspiratieboek-taal-in-blokjes/

De papieren versie kan kosteloos worden aangevraagd en opgestuurd. Mail hiervoor naar info@taalinblokjes.nl

Voor verdieping:  bekijk ook eens de didactische principes die bij Taal in Blokjes worden ingezet. Ga hiervoor naar Taakanalyse van Taal in Blokjes. Zie daarnaast ook de tabel van de “doorlopende leerlijn"

Met de Basiskoffer van Taal in Blokjes (inspiratieboek blz. 13) kan je onder andere woorden bouwen met de klankblokken en opschrijven. In deze basiskoffer zit ook een blokwoordenboek. De woorden van het blokwoordenboek worden steeds moeilijker en zijn ingedeeld op werkboek. Als je bijvoorbeeld werkboek 4 gebruikt, pak dan de woorden voor werkboek 4 uit het blokwoordenboek.
(Opmerking: Basisset 1,  (Inspiratieboek blz. 12),  kan ook maar is minder uitgebreid , o.a. géén klank-teken kaartjes.)

Tips bij de basiskoffer:

Tip 1: gebruik het blokwoordenboek voor het bouwen van woorden met de klankblokken, begin makkelijk en probeer steeds een stapje hoger te gaan. Laat de woorden hardop verklanken bij het maken van het blokwoord. Gebruik klanknamen, géén alfabetnamen.

Tip 2: gebruik ook de werkvorm lezen die bij het blokwoordenboek hoort (‘woordvelden’)

Tip 3: gebruik woordpakketten en categoriewoorden van de schoolmethode en laat deze woorden bouwen met de klankblokken.

Tip 4: geef een auditief dictee met de klankblokken. Zeg een woord, laat het woord bouwen met de klankblokken en opschrijven.

Tip 5: gebruik de klankkaart 3+4 op A4 formaat om de klankblokjes op te leggen, gebruik deze kaart voor het oefenen van de klank-teken koppeling (leg het goede blokje op de ‘a’), bij het hakken van woorden in losse klanken (ik zeg ‘boot’ pijltje ‘b-oo-t’, leg de blokjes van ‘boot’ maar op de kaart in de goede volgorde) en als tussenstap bij het maken van blokwoorden.

Je kan ook de Werkboeken van Taal in Blokjes gebruiken, bekijk de inhoud van de werkboeken en handleidin/oefenmappen (inspiratieboek blz. 14 en 15). Overleg met de leerkracht op wel niveau je het beste kan instappen. Elk werkboek heeft bladzijdes met een voorbeeld in kleur van de opdracht. Je kind ziet snel wat de bedoeling is en kan in principe zelfstandig met het werkboek aan de slag. Gebruik de bijbehorende handleiding/oefenmappen voor de extra oefeningen, de opdrachten zijn gekoppeld aan de bladzijdes van elk werkboek.

Om het lezen en de kennis van woordstructuren te bevorderen zijn de Leeskwartetten van Taal in Blokjes heel geschikt (inspiratieboek blz. 33, 34 en 35).

Door er een spel van te maken, wordt het lezen gestimuleerd zonder dat je kind de indruk heeft dat het om lezen gaat. Iedereen thuis kan meedoen! Je kan een kwartet opdelen in kleine (oneven) potjes en de niveaus van de kwartetten mixen zodat je elke keer een originele combinatie hebt. Er zijn 8 kwartetten die gekoppeld zijn aan de niveaus van de werkboeken.

Lees verder bij "Hoe werken de leeskwartetten eigenlijk? Wat zijn de niveaus en hoe weet ik welke kwartetten ik bij een werkboek kan gebruiken?"

Je kan ook Taal in Blokjes Reader software gebruiken, deze software heeft ook een ouderversie. De software draait op elk apparaat, ook op de mobiel. Handig voor in de vakantie!

Bij de Taal in Blokjes Reader software kan je verhaaltjes op verschillende leesniveaus kiezen uit de bibliotheek en het niveau langzaam opbouwen. Door de klankhulp en de opmaakmogelijkheden wordt het technisch lezen vereenvoudigd en aantrekkelijk gemaakt. Je kind kan al snel moeilijkere en teksten lezen. Deze zijn meestal ook interessanter!

Ook kan je zelf verhaaltjes met foto’s en afbeeldingen toevoegen aan de software. Zie voor de software ook het Inspiratieboek op bladzijde 20 t/m 24.

Er is ook een Ouderpakket met de Taal in Blokjes Reader software en een basiskoffer.

Daarnaast kan je ook een keuze maken uit de volgende materialen:

Klank-teken kaartjes,
Probeer elke dag een paar keer kort met de kaartjes te flitsen. Gebruik klanknamen, geen alfabetnamen, net zoals je een woord in losse klanken hakt. Bijvoorbeeld ‘boot’= b-oo-t en niet ‘bee-oo-oo-tee’. Bij de kaartjes a = a (zoals in kat), aa = aa (zoals in kaas), b = b zoals in ‘boot’(niet bee), g = g zoals in ‘geit’ (niet gee).

Letterlijn
Knip deze grote kaarten uit, maak een slinger en hang ze op in de woonkamer, boven het bed of in de keuken!

Letterbox met magnetische letters

Woordbouwkaartjes

Voor het leggen van woorden, scrabble, kruiswoorden en klankmemorie. Iedereen thuis kan meedoen! (artikelnummer 1240135, Inspiratieboek blz. 28 en 29.

Dobbelspel

Ook een spel voor het hele gezin. Inspiratieboek blz. 28 en 29.

Hang een poster op!

Er zijn twee verschillende posters met bijbehorende letterkaartjes (ie Inspiratieboek blz. 30)
- Poster met kapstokwoorden en plaatjes, artikelnummer 124058,.
- Poster met alle letters in kleur, Inspiratieboek blz. 30.

Klankkaart 3+4

Dit is een kaart op A4 formaat waar je klankblokjes precies op kan leggen. Oefen hiermee de klank-teken koppeling, het opdelen en samenvoegen van woorden in losse klanken. Dit is ook een eerste stap bij het leggen van blokwoorden. NB deze kaart zit in de uitgebreide basiskoffer! (artikelnummer 1240135, Inspiratieboek blz. 28 en 29).

Spiekpen

Als geheugensteuntje voor de klanken (Inspiratieboek blz. 28 en 29).

Sticker voor op tafel of op de map

Zie ook Inspiratieboek blz. 28 en 29.


Ja dat kan. Ouders kunnen thuis ook heel veel doen!

Overleg met de leerkracht wat je thuis het beste kan doen.

Bekijk het Inspiratieboek Taal in Blokjes. In het Inspiratieboek Taal in Blokjes worden alle materialen werkboeken en software beschreven met doelstelling, uitleg en voorbeelden. Tevens bevat het Inspiratieboek veel informatie over de methode en de basiswerkvormen lezen en spellen.

Er is een digitale en een papieren versie. Voor de digitale versie ga naar
https://www.taalinblokjes.nl/inspiratieboek-taal-in-blokjes/

De papieren versie kan kosteloos worden aangevraagd en opgestuurd. Mail hiervoor naar info@taalinblokjes.nl

Met de basiskoffer van Taal in Blokjes, kunnen ouders onder andere met hun kind woorden bouwen met de klankblokken en laten opschrijven. In deze basiskoffer zit ook een blokwoordenboek. De woorden van het blokwoordenboek worden steeds moeilijker en zijn ingedeeld op werkboek. Als je werkboek 4 gebruikt, pakt dan de woorden voor werkboek 4 van het blokwoordenboek.

Opmerking: Basisset 1, artikelnummer 12404, Inspiratieboek blz. 12  kan ook maar is minder uitgebreid , o.a. géén klank-teken kaartjes.

Tips bij de basiskoffer:
Tip 1: gebruik het blokwoordenboek voor het bouwen van woorden met de klankblokken, begin makkelijk en probeer steeds een stapje hoger te gaan. Laat de woorden hardop verklanken bij het maken van het blokwoord. Gebruik klanknamen, géén alfabetnamen.
Tip 2: gebruik ook de werkvorm lezen die bij het blokwoordenboek hoort (‘woordvelden’)
Tip 3: gebruik woordpakketten en categoriewoorden van de schoolmethode en laat deze woorden bouwen met de klankblokken.
Tip 4: geef een auditief dictee met de klankblokken. Zeg een woord, laat het woord bouwen met de klankblokken en opschrijven.
Tip 5: gebruik de klankkaart 3+4 op A4 formaat om de klankblokjes op te leggen, gebruik deze kaart voor het oefenen van de klank-teken koppeling (leg het goede blokje op de ‘a’), bij het hakken van woorden in losse klanken (ik zeg ‘boot’ pijltje ‘b-oo-t’, leg de blokjes van ‘boot’ maar op de kaart in de goede volgorde) en als tussenstap bij het maken van blokwoorden.

Je kan ook de werkboeken van Taal in Blokjes gebruiken. Inspiratieboek blz. 14 en 15. Overleg met de leerkracht op wel niveau je het beste kan instappen. Elke bladzijde van de werkboeken heeft een voorbeeld in kleur van de opdracht. Je kind ziet snel wat de bedoeling is en kan in principe zelfstandig met het werkboek aan de slag.

Om het lezen en de kennis van woordstructuren te bevorderen zijn de leeskwartetten van Taal in Blokjes heel geschikt. Inspiratieboek blz. 33, 34 en 35.

Door er een spel van te maken, wordt het lezen gestimuleerd zonder dat je kind de indruk heeft dat het om lezen gaat. Iedereen thuis kan meedoen! Je kan een kwartet opdelen in kleine (oneven) potjes en de niveaus van de kwartetten mixen zodat je elke keer een originele combinatie hebt. Er zijn 8 kwartetten die gekoppeld zijn aan de niveaus van de werkboeken.

Lees verder bij: Hoe werken de leeskwartetten eigenlijk? Wat zijn de niveaus en hoe weet ik welke kwartetten ik bij een werkboek kan gebruiken?

Je kan ook Taal in Blokjes Reader software gebruiken, deze heeft een ouderversie. De software draait op elk apparaat, ook op de mobiel. Handig voor in de vakantie!

Bij de Taal in Blokjes Reader software kan je verhaaltjes op verschillende leesniveaus kiezen uit de bibliotheek en het niveau langzaam opbouwen. Door de klankhulp en de opmaakmogelijkheden wordt het technisch lezen vereenvoudigd en aantrekkelijk gemaakt. Je kind kan al snel moeilijkere en teksten lezen. Deze zijn meestal ook interessanter! Ook kan je zelf verhaaltjes met foto’s en afbeeldingen toevoegen aan de software. Zie voor de software ook het Inspiratieboek op bladzijde 20 t/m 24.

Er is ook een ouderpakket met de Taal in Blokjes Reader software en een basiskoffer.

Daarnaast kan je ook een keuze maken uit de volgende materialen:

klank-teken kaartjes,
Probeer elke dag een paar keer kort met de kaartjes te flitsen. Gebruik klanknamen, geen alfabetnamen, net zoals je een woord in losse klanken hakt. Bijvoorbeeld ‘boot’= b-oo-t en niet ‘bee-oo-oo-tee’. Bij de kaartjes a = a (zoals in kat), aa = aa (zoals in kaas), b = b zoals in ‘boot’(niet bee), g = g zoals in ‘geit’ (niet gee).

Letterlijn
Knip deze grote kaarten uit, maak een slinger en hang ze op in de woonkamer, boven het bed…

Letterbox met magnetische letters

Woordbouwkaartjes

voor het leggen van woorden, scrabble, kruiswoorden en klankmemorie. Iedereen thuis kan meedoen. artikelnummer 1240135, Inspiratieboek blz. 28 en 29. [link naar product op website]

Dobbelspel

Inspiratieboek blz. 28 en 29.

Hang een poster op!

Er zijn twee verschillende posters met bijbehorende letterkaartjes. Zie Inspiratieboek blz. 30
- poster met kapstokwoorden en plaatjes, artikelnummer 124058,.
-poster met alle letters in kleur, Inspiratieboek blz. 30.

Klankkaart 3+4

Op A4 formaat waar je klankblokjes op kan leggen. Oefen hiermee de klank-teken koppeling, het opdelen en samenvoegen van woorden in losse klanken. Dit is ook een eerste stap bij het leggen van blokwoorden. NB deze kaart zit in de basiskoffer! artikelnummer 1240135, Inspiratieboek blz. 28 en 29. [link naar product op website]

Spiekpen

Als geheugensteuntje van de klanken, Inspiratieboek blz. 28 en 29.

Sticker voor op tafel of op de map

Inspiratieboek blz. 28 en 29.


Zonder de verdubbelingsregel zou de klankgroep gelijk zijn aan de lettergreep.
Het verschil tussen de klankgroep en de lettergreep komt alleen door de regel voor de verdubbeling van de medeklinker na een korte klinker zoals in 'pakken' en 'koffie'. Dat is heel jammer want dit verschil leidt vaak tot discussie en verwarring.

De klankgroep is wat je hoort (bij het uitspreken) en de lettergreep is wat je ziet (bij het lezen). Als woorden auditief worden aangeboden, wordt het woord altijd in klankgroepen verdeeld: 'pa-ken' en 'ko-fie'. Je hoort geen verdubbeling van de medeklinkers. Op papier is de verdubbeling toegepast en de lettergrepen zijn: 'pak-ken' en 'kof-fie'.

Als de regel voor de lange klinkers niet was bedacht, zou de verdubbelingsregel overbodig zijn en een  klankgroep zou dan gelijk zijn aan de lettergreep. Dat scheelt een hoop onderwijstijd en moeite voor de leerlingen. Je zou dan schrijven: paken, kofie, droomen en maaken.

Het verdelen van woorden in klankgroepen/lettergrepen (auditief en visueel) en het besef dat elke klankgroep/lettergreep één klinker heeft is belangrijk voor het begrijpen van de structuur van meerlettergrepige woorden. Het inzicht in de structuur van meerlettergrepige woorden is nodig voor het lezen en spellen.

Voor verdelen van ng/nk (lange, denken), zie andere FAQ-vraag: Hoe zit het met het breken van de NG en de NK?


Begin met het blokken van klankzuivere en bijna klankzuivere blokwoorden. De leerling bouwt het woord met klankblokken ‘zoals je het hoort’ (met stomme klinkers indien van toepassing).
Bij het blokken zegt de leerling het woord hardop in klanken (d-a-k, k-aa-s, s-t-oe-r ) of in klankgroepen (zak-mes, straat-je, wan-de-len) en legt tegelijk de blokjes neer. Een woord dat uit meer klankgroepen bestaat wordt eerst in klankgroepen neergelegd en nagekeken. Is het woord goed? Dan worden de klankgroepen aan elkaar geschoven en wordt het woord opgeschreven.
Als dit goed gaat, kan de handeling worden ingekort: de leerling zegt het woord in klankgroepen en bouwt het woord in één keer. Daarna worden de woorden opgeschreven: eerst met het blokwoord erbij en daarna zonder.

Gebruik de klankkaart 1+2 of 3+4 op A4 formaat voor de leerlingen die nog moeite hebben met de klank-teken koppeling en met de analyse van woorden in losse klanken. Bijvoorbeeld: je zegt 'kaas', de leerling zegt 'k-aa-s", wijst tegelijk de klanken op de klankkaart aan en legt de blokjes op de goede letters. Daarna pakt de leerling de blokjes van de klankkaart in de goede volgorde en bouwt het woord.
Als laatste stap wordt het woord opgeschreven.

Hieronder worden de stappen uitgelegd voor het bouwen van blokwoorden met de regels voor de lange en de korte klinkers.

Stappen met blokwoorden

Bij het bouwen van woorden zijn in het begin de klankstructuur en regeltoepassing van elkaar gescheiden.

De leerkracht zegt een regelwoord, bijvoorbeeld "kamertje" of "botten"

Stap 1 De leerling bouwt het woord met klankblokken ‘zoals je het hoort’ (met stomme klinkers indien van toepassing).
Bij het blokken zegt de leerling het woord hardop in klankgroepen.
In blokjes staat er: "kaamertje" en "boten".

Stap 2 De leerling bedenkt of de regel van de lange of de korte klinkers gebruikt moet worden en waarom. De leerling legt dit uit.

Stap 3 De leerling past het woord in klankblokken aan als de regel voor de lange of de korte klinkers moet worden toegepast: één geel blokje weg bij de regel voor de lange klinkers of een blauw blokje erbij bij de regel voor de korte klinkers.

Stap 4 De leerling schrijft de juiste spelling op, waarbij de leerling het woord hardop in klankgroepen uitspreekt tegelijk bij het opschrijven.

Als bovenstaande goed gaat, ga je de handeling inkorten:

Stap 1 De leerling verdeelt het woord hardop in klankgroepen, bouwt het woord met de klankblokken en past tegelijkertijd de regels voor de korte en de lange klinkers toe (indien van toepassing). In blokjes staat er: "kamertje" en "botten". De leerkracht kan aan de leerling vragen of hij/zij een regel heeft gebruikt en zo ja waarom en zo nee waarom niet (bewustwording). Een regelfout kan nog worden verbeterd.

Stap 2 De leerling schrijft de juiste spelling op, waarbij de leerling het woord hardop in klankgroepen uitspreekt tegelijk bij het opschrijven.

Daarna wordt de handeling nogmaals ingekort en blijft alleen stap 2 over:

De leerkracht zegt het woord. De leerling denkt aan de klanken en de regels en schrijft de juiste spelling op, waarbij de leerling het woord hardop in klankgroepen uitspreekt tegelijk bij het opschrijven.

Tip: Laat de leerlingen de blokwoorden met elkaar vergelijken en samen nakijken.


"Met een groepje ben ik inmiddels in het laatste boek van Taal in Blokjes begonnen over de korte en lange klank. Nu merk ik dat ze heel veel baat hebben bij de regel van de lange klank: aan het eind van een klankgroepje kan ik geen twee gele blokjes hebben, dus breek ik er een weg. Maar hoe zit dat dan met het woord 'twee-hon-derd' en met 'zee-man'?"

De regel voor de lange klinkers is goed, maar nu heb je te maken met de 'familieregels': de plakwoorden of samenstellingen. De regel bij samenstellingen is dat je de spelling van de losse woorden niet mag veranderen als je een nieuw woord maakt door woorden aan elkaar te plakken.

Dus twee+honderd = tweehonderd, zee+man = zeeman, waar+om = waarom.

Dit kan je met de regel voor de plakwoorden uit het werkboek aan je leerlingen uitleggen.

Zo kan je ook nepverdubbelingen krijgen: hand+doek = handdoek.

De 'familieregels' of regels voor de woordvorming gaan altijd vóór op de klankregels.


Zorg voor markeerstiften met een brede punt en voor een goede techniek. Gebruik géén kleurpotloden of waskrijt. Bij het markeren krijgt elke letter één veegje omhoog of omlaag, laat de leerling niet een paar keer op een neer gaan met de markeerstift bij dezelfde letter. Laat de leerling ook niet telkens de doppen op de markeerstiften doen tijdens het coderen.

Codeerstappen
1. Leerlingen coderen eerst klank voor klank en spreken daarbij tegelijkertijd de klank uit en lezen het woord hardop.

2. Daarna mogen zij overgaan naar het met dezelfde kleur coderen van de gehele tekst (bijvoorbeeld eerst alle rode letters, daarna alle gele letters enzovoort). Daarbij moeten wel eerst de oranje letters gecodeerd worden, dit zijn de stomme klinkers. Als je dit niet doet worden de stomme klinkers vaak groen!
Let op! Het na elkaar coderen van klanken met dezelfde kleur is alleen zinvol als de opdracht gecombineerd wordt met herhaald hardop lezen van de gecodeerde woorden. Laat het gecodeerde verhaal bijvoorbeeld drie keer voorlezen op verschillende dagen. De leerling leest dan de gecodeerde woorden en zinnen hardop. Het doel is hardop lezen van fonologisch gecodeerde woorden (klinkers en medeklinkers).

3. In een derde fase kunnen alleen de klinkers gecodeerd worden (wat je overhoudt zijn de medeklinkers, deze zijn blauw). Vuistregel: bij teksten van meer dan één lettergreep codeer je alleen de klinkers. Gebruik voor het oefenen eerst wat teksten met eenlettergrepige woorden.
Let op! Het na elkaar coderen van klinkers met dezelfde kleur is alleen zinvol als de opdracht gecombineerd wordt met herhaald hardop lezen van de gecodeerde woorden. Laat het gecodeerde verhaal bijvoorbeeld drie keer voorlezen op verschillende dagen. De leerling leest dan de gecodeerde woorden en zinnen hardop. Het doel is hardop lezen van fonologisch gecodeerde woorden: met de klinker als ankerpunt van de klankgroep (of lettergreep). Door het herhaald hardop lezen van fonologisch gecodeerde woorden kan de leerling steeds sneller woordstructuren herkennen en leeskilometers maken.

Het coderen gaat meestal snel met de goede techniek en wat oefening. Laat de leerling coderen waar je bij bent voor een goede indruk. Woorden deels coderen “om tijd te winnen” is niet zinvol (bijvoorbeeld op een bladzijde alleen de gele klinkers coderen en op een andere bladzijde alleen de korte klinkers). Het gaat hier niet om een losse klank-teken oefening maar om het leren werken met fonologische structuren, om het besef dat elke klinker een klankgroep (lettergreep) heeft en om het leren ontsleutelen van woorden in klankgroepen op basis van klinker-medeklinker structuren.

Het zelf coderen van teksten is een goede fonologische training en is ook belangrijk voor de spelling. Daarbij kan het zelf coderen uitstekend gecombineerd worden met het lezen van voorgecodeerde teksten in de TiB reader software voor de leeskilometers. De Reader is géén vervanging voor het zelf coderen van teksten!

Leerlingen geven vaak aan ook kleuren te zien in niet-gecodeerde tekst met zwarte letters. Dit betekent dat de kleur als fonologische ondersteuning aan de letters is gekoppeld.

Zie ook:

Op deze pagina