Taal in Blokjes is een methode

voor lezen en spellen

Bij Taal in Blokjes hebben alle klanken een eigen kleur. De korte klanken zijn groen, de lange klanken zijn geel, de twee-teken klanken zijn rood, de stomme klinkers zijn oranje en de medeklinkers zijn blauw. Door het op klank coderen van woorden en teksten met de vaste kleurafspraken van Taal in Blokjes wordt de klank-teken koppeling versterkt en het fonologisch bewustzijn gestimuleerd.  Door de klankcodering begrijpen de leerlingen hoe woorden in elkaar zitten en kunnen zij woorden sneller ‘ontsleutelen’ en lezen.

Bij de spelling bouwen de leerlingen de woorden met de gekleurde klankblokken van Taal in Blokjes. De klankstructuur van het woord wordt duidelijk. Voor een correcte spelling, moeten leerlingen begrijpen hoe woorden in elkaar zitten en welke regels bij de verschillende klanken horen. Het bouwen van woorden met klankblokken bereidt kinderen voor op het correct opschrijven van woorden. Lees verder over de basiswerkvormen lezen en spellen met Taal in Blokjes, de verschillende werkvormen en de software.

Basiswerkvorm lezen: woorden op klank coderen en hardop lezen

Wat is het doel van coderen?

  • accurater en sneller lezen
  • voorbereiden op het spellen van woorden
  • verbeteren van de fonologische verwerking
  • inzicht in woordstructuren

Twee manieren om te lezen met klankhulp

  • zelf coderen en (hardop) lezen: zie hiervoor de voorbeelden bij stap 1, stap 2 en stap 3
  • verhalen lezen die al voorgecodeerd zijn in de Taal in Blokjes Reader software.  Hiermee kunnen leerlingen al snel leeskilometers maken en op een hoger niveau lezen

Zelf coderen

Stap 1: de leerling codeert klankzuivere teksten of woorden met fluormarkers en gebruikt daarbij de klankkaart als voorbeeld. Daarna leest de leerling het verhaal hardop.

Stap 2: de leerling codeert bijna klankzuivere teksten of woorden met stomme klinkers. Om vergissingen met de korte klinker te voorkomen, worden eerst de stomme klinkers gecodeerd. De leerling herkent de stomme klinkers door de uitspraak. Daarna leest de leerling het verhaal hardop.

Stap 3: de leerling codeert teksten of woorden met stomme klinkers en regels. De leerling geeft eerst de stomme klinkers aan en de woorden met de regel voor de lange klinker. Daarna leest de leerling het verhaal hardop. Bij woorden van meer dan een klankgroep (of lettergreep) hoeven de medeklinkers niet meer gecodeerd te worden. De leerlingen weten: rest = medeklinker = blauw.

Gebruik voor het coderen fluormarkers in de juiste kleuren. De markers dekken de letters niet af maar accentueren deze juist!  Laat de leerling niet bij elke letter de dop op de stiften doen, dit kost heel veel tijd. Voor snel en efficiënt coderen zie ook onderstaande FAQ vragen. 

Taal in Blokjes gebruikt vaste kleuren voor klanken voor het ontwikkelen van het fonologisch bewustzijn. Door het coderen van klanken leren de leerlingen denken in klanken en klankstukken en gecodeerde teksten kunnen makkelijker worden gelezen.

Wat is het doel van fonologisch coderen?
Met fonologisch coderen 'kleur de klanken' oefent de leerling:
a. versterken van de klank-tekenkoppeling
b. versterken van het fonologisch bewustzijn
c. begrijpen hoe woorden in elkaar zitten
d. het snel zien van woordstructuren en dus sneller lezen
e. voorbereiding op het spellen van woorden

Hulp bij de codeer-volgorde en praktische tips: 

Zorg dat de leerling snel en effectief codeertop het niveau dat bij de leerling past.
Dát is de kunst van het coderen.

Dit betekent dat:
a) de leerling leert coderen met de juiste codeervolgorde; en
b) de leerling én begeleider praktische tips toepassen voor beter en sneller coderen.

Volgorde van fonologisch coderen

Stap 1: begin met het coderen van klankzuivere woorden en teksten
Codeer de klinkers en de medeklinkers Voor leerlingen uit de bovenbouw kunnen langere woorden worden genomen. Bijvoorbeeld ‘kaas’ en ‘stoel’ zijn klankzuiver maar ‘langsnuitdolfijn’ en ‘hefschroefvliegtuig’ ook. Laat de woorden hardop lezen.

Stap 2: laat bijna klankzuivere woorden en teksten met stomme klinkers coderen.
Begin met woorden van twee lettergrepen (klankgroepen) en voer de woordlengte op. Laat eerst alle stomme klinkers coderen en kijk samen na.
Laat daarna de andere klinkers coderen en bijv. bij de eerste twee zinnen nog de medeklinkers. Laat de woorden hardop lezen.

Stap 3: laat teksten of woorden met stomme klinkers en regels coderen
Laat eerst alle stomme klinkers coderen en kijk samen na.
Laat vervolgens alle lange klinkers met één letter coderen, dit is de regel voor de lange klinkers en kijk samen na. De leerling hoeft deze regel nog niet te beheersen of toe te kunnen passen bij de spelling. Voor een goede codering is luisteren naar de uitspraak voldoende. Lees je ‘boten’ dan is de ‘o’ geel, en is de ‘geel regel’ gebruikt. Het herkennen van woorden met de regel voor de lange klinkers is ook belangrijk voor het lezen.
Laat vervolgens de andere klinkers coderen.
Daarna leest de leerling de tekst (herhaald) hardop: de woorden worden met de klanken 'in elkaar gezet' en de woordstructuur wordt verduidelijkt.

Praktische tips: snel coderen doe je zo!
Zorg voor regelmatige en voldoende oefening: van intensief naar 'een onderhoudsdosis'.
Gebruik teksten en woorden met een (ver)groot lettertype. Verdeel een tekst in blokjes als de tekst (te) lang is.

Gebruik altijd fluormarkers
Gebruik fluormarkers en laat de klanken met één enkel veegje omhoog of omlaag coderen. Meestal gebruik je de brede kant voor de 'brede' klanken en de smalle kant van de stift voor de 'dunne' klanken (dit is ook afhankelijk van de lettergrootte). Eén klank is één veegje. Doe deze techniek voor en laat de leerling niet 3 keer op en neer met de stift gaan over één klank.

Laat de leerling ook niet elke keer de dop op de marker schuiven, maar éérst het coderen van de woorden en de tekst afmaken.

Markers zijn 'highlighters', zij versterken het beeld van de klanken. Gebruik géén kleurpotloden, deze dekken de klanken af en de leerling moet heel vaak op en neer om een letter te coderen!

Vuistregels voor sneller coderen
Vuistregel 1: (klankzuivere) woorden van één lettergreep: klank uitspreken en klank voor klank coderen. Daarna de woorden hardop lezen om de klanken samen te voegen.
Vuistregel 2: woorden van twee of meer lettergrepen: stap zo snel mogelijk over naar alleen de klinkers coderen (en bijvoorbeeld alleen bij de eerste twee zinnen nog de medeklinkers).
Vuistregel 3: na stap 1 mag de leerling op klanksoort coderen, voorwaarde is wel dat de tekst hardop wordt gelezen om de klanken in woorden samen te voegen.

Laat niet meer coderen dan nodig!
In de beginfase worden de klinkers en de medeklinkers klank voor klank gecodeerd, daarna wordt overgegaan op het coderen van alleen de klinkers. De leerling leert al snel dat de 'rest' altijd bestaat uit medeklinkers (blauw) en dat de klinker het ankerpunt van de klankgroep (lettergreep) is. Laat wel af en toe ook de medeklinkers bij de eerste zinnen van een tekst coderen.

Na verloop van tijd mag de leerling alle klanken van één kleur tegelijk coderen op voorwaarde dat de leerling daarna de woorden hardop leest zodat alle klanken van het woord worden verklankt en samengevoegd worden tot één geheel. TIP Als de leerling per klanksoort codeert, is het het beste om met de twee moeilijkste klanken te beginnen: laat eerst de stomme klinkers coderen, dan de lange klanken met één letter (regel voor de lange klanken) en vervolgens de rest, liefst op de volgorde van de klankkaart: 1. groen, 2. geel, 3. rood, 4. blauw (als dit is afgesproken). Restklanken onderstrepen als deze woorden er in zitten. Maak een 'stoplichtkaartje' voor de vaste volgorde.

Mogelijke oorzaken voor langzaam coderen 
Soms hoor je dat coderen veel tijd in beslag neemt. Dit kan worden veroorzaakt door verschillende factoren zoals verkeerd materiaal, een verkeerde techniek, door onvoldoende instructie en door te weinig oefening. Hierboven is aangegeven hoe je het codeerproces kan verbeteren en versnellen.

Ook perceptie kan een een rol spelen! Een leerling zegt bijvoorbeeld dat het coderen thuis lang duurt terwijl dat niet zo is! Check deze informatie!  Laat tijdens de les of behandeling een bladzijde coderen terwijl je toekijkt en neem de tijd stiekem op. Meestal is het codeertempo hoog, nog geen 5 minuten voor een hele bladzijde! Een eye opener voor de leerling (en de ouders). Bij navraag blijkt dan vaak dat de leerling moeite heeft met beginnen (starttijd wordt meegerekend) en met veel afleidende zaken  bezig is tijdens het coderen.

Taal in Blokjes reader voor gecodeerde leeskilometers
Gebruik de Reader software voor het lezen van een goede hoeveelheid fonologisch gecodeerde teksten! Laat de leerling de teksten herhaald hardop lezen.


Zorg voor markeerstiften met een brede punt en voor een goede techniek. Gebruik géén kleurpotloden of waskrijt. Bij het markeren krijgt elke letter één veegje omhoog of omlaag, laat de leerling niet een paar keer op een neer gaan met de markeerstift bij dezelfde letter. Laat de leerling ook niet telkens de doppen op de markeerstiften doen tijdens het coderen.

Codeerstappen
1. Leerlingen coderen eerst klank voor klank en spreken daarbij tegelijkertijd de klank uit en lezen het woord hardop.

2. Daarna mogen zij overgaan naar het met dezelfde kleur coderen van de gehele tekst (bijvoorbeeld eerst alle rode letters, daarna alle gele letters enzovoort). Daarbij moeten wel eerst de oranje letters gecodeerd worden, dit zijn de stomme klinkers. Als je dit niet doet worden de stomme klinkers vaak groen!
Let op! Het na elkaar coderen van klanken met dezelfde kleur is alleen zinvol als de opdracht gecombineerd wordt met herhaald hardop lezen van de gecodeerde woorden. Laat het gecodeerde verhaal bijvoorbeeld drie keer voorlezen op verschillende dagen. De leerling leest dan de gecodeerde woorden en zinnen hardop. Het doel is hardop lezen van fonologisch gecodeerde woorden (klinkers en medeklinkers).

3. In een derde fase kunnen alleen de klinkers gecodeerd worden (wat je overhoudt zijn de medeklinkers, deze zijn blauw). Vuistregel: bij teksten van meer dan één lettergreep codeer je alleen de klinkers. Gebruik voor het oefenen eerst wat teksten met eenlettergrepige woorden.
Let op! Het na elkaar coderen van klinkers met dezelfde kleur is alleen zinvol als de opdracht gecombineerd wordt met herhaald hardop lezen van de gecodeerde woorden. Laat het gecodeerde verhaal bijvoorbeeld drie keer voorlezen op verschillende dagen. De leerling leest dan de gecodeerde woorden en zinnen hardop. Het doel is hardop lezen van fonologisch gecodeerde woorden: met de klinker als ankerpunt van de klankgroep (of lettergreep). Door het herhaald hardop lezen van fonologisch gecodeerde woorden kan de leerling steeds sneller woordstructuren herkennen en leeskilometers maken.

Het coderen gaat meestal snel met de goede techniek en wat oefening. Laat de leerling coderen waar je bij bent voor een goede indruk. Woorden deels coderen “om tijd te winnen” is niet zinvol (bijvoorbeeld op een bladzijde alleen de gele klinkers coderen en op een andere bladzijde alleen de korte klinkers). Het gaat hier niet om een losse klank-teken oefening maar om het leren werken met fonologische structuren, om het besef dat elke klinker een klankgroep (lettergreep) heeft en om het leren ontsleutelen van woorden in klankgroepen op basis van klinker-medeklinker structuren.

Het zelf coderen van teksten is een goede fonologische training en is ook belangrijk voor de spelling. Daarbij kan het zelf coderen uitstekend gecombineerd worden met het lezen van voorgecodeerde teksten in de TiB reader software voor de leeskilometers. De Reader is géén vervanging voor het zelf coderen van teksten!

Leerlingen geven vaak aan ook kleuren te zien in niet-gecodeerde tekst met zwarte letters. Dit betekent dat de kleur als fonologische ondersteuning aan de letters is gekoppeld.

Zie ook:

Leeskilometers maken met de Taal in Blokjes Reader software

Het is de bedoeling dat een leerling veel meer leest dan zijn eigen gecodeerde verhalen. Om ‘leeskilometers’ te maken, lezen de leerlingen de op klank gecodeerde verhalen in de Taal in Blokjes Reader software. Met de Taal in Blokjes Reader software lezen leerlingen met fonologische codering. Daarnaast heeft de Reader nog extra mogelijkheden om het lezen te vergemakkelijken. De Reader heeft een grote bibliotheek met verhalen op elk Cito- en Avi-niveau en je kan de mate van klankondersteuning instellen.  

Voor het lezen op woordniveau kan je oefenen met de Module software.

Elke leerling kan op zijn eigen niveau lezen of op een hoger niveau dankzij de klankondersteuning en de mogelijkheid om woorden in lettergrepen (klankgroepen) aan te bieden. De Reader software heeft nog veel meer mogelijkheden, meer weten? Bekijk de video hieronder met voorbeelden en uitleg van de functies en bekijk de Taal in Blokjes Reader software. 

Bekijk de video:

Basiswerkvorm spellen: woorden bouwen met klankblokken en opschrijven

Taal in Blokjes is een geïntegreerde methode voor lezen én spellen. Taal in Blokjes gaat uit van de klanken van de taal en laat zien hoe woorden in elkaar zitten. Dat is belangrijk voor lezen én spellen. Bij lezen worden letters omgezet in klanken en bij spellen worden klanken omgezet in letters.

Woorden zijn woorden en klanken zijn klanken. Bij Taal in Blokjes ondersteunen de werkvormen voor lezen de spelling en andersom.

Meer weten over de spelling met Taal in Blokjes? Ga hiervoor naar Basiswerkvorm spellen.

Bestellen

Meer weten?


Thalita Boumans

Thalita Boumans

Klinkerlezen' met de Taal in Blokjes Reader software en de Taal in Blokjes Module software.

Wat is klinkerlezen? Klinkerlezen is een techniek om via de klinker naar het lezen van het hele woord (of klankstuk) te gaan.
Bekende leestechnieken zijn zoemend lezen, zingend lezen en voor-koor-door-lezen. Sommige leerlingen blijven desondanks hardnekkig doorgaan met spellend lezen.

Probeer eens 'klinkerlezen' als een leerling blijft hangen in het spellend lezen: eerst wordt de klinker benoemd en daarna wordt het hele woord in één keer gelezen. Deze leestechniek gebruiken wij al jaren met succes bij Stichting Taalhulp

Klinkerlezen met de Taal in Blokjes Reader software
Klinkerlezen bij teksten: kies verhalen op Avi 1 of 2 niveau binnen de Taal in Blokjes Reader software en zet de klinkercodering aan.
De leerling of de begeleider benoemt telkens de klinker in het woord en de leerling leest vervolgens het hele woord in één keer hardop.

Begin met eenvoudige woorden.
Instructie 1: zeg bij elk woord eerst de gekleurde klank en lees dan het woord hardop. Instructie 2: ik zeg bij elk woord telkens de gekleurde klank (klinker), probeer jij dan het hele woord te zeggen? Bijvoorbeeld bij het woord 'tak' zeg ik "a" en dan zeg jij 'tak'.

Een voorbeeld uit de Reader Software: de klinker is gecodeerd, de leerling of de begeleider spreekt de klinker uit. De leerling leest vervolgens het woord hardop.

Klinkerlezen met de Taal in Blokjes Module software
Klinkerlezen van woordrijtjes: binnen de Module software kies je de optie: lezen met hulp 2: het programma zegt de klinkers voor.
De leerling leest de aangeboden woorden zo snel mogelijk hardop.

Een voorbeeld uit de Module Software: het vakje om de klinker knippert en het programma spreekt de klinker uit. De leerling leest het woord hardop.



Waarom werkt klinkerlezen?

Bij spellend lezen worden de letters klank voor klank op volgorde uitgesproken en samengevoegd tot een woord. Uit de praktijk blijkt dat leerlingen met de techniek van het klinkerlezen de aanpak van het klank voor klank lezen loslaten. Waarom werkt klinkerlezen het spellend lezen tegen? Bij klinkerlezen komt telkens het middenstuk van het woord eerst. Een deel van het woord is al bekend. De leerling plakt "in zijn hoofd" de medeklinkers aan de klinker en leest het woord in één keer. Het leesgedrag om klank voor klank te lezen botst hiermee en de strategie van het spellend lezen wordt met klinkerlezen doorbroken!

Door telkens de klinker als "ankerpunt" van het woord te nemen, kan de leerling het woord snel visueel segmenteren in klinkers en medeklinkers. De structuur van het woord wordt duidelijk.

Elke leerling doorloopt de fase van het aanvankelijk lezen (of analytisch-synthetisch lezen). Sommige leerlingen blijven echter te lang in deze fase hangen en gaan hardnekkig door met klank voor klank lezen. Gebruik de techniek van het 'klinkerlezen' om het spellend lezen tegen te gaan bij leerlingen die moeite hebben om de volgende leesstap te zetten. Daarbij is de strategie van 'klank voor klank lezen' niet goed werkbaar bij het lezen van langere woorden (woorden met twee of meer lettergrepen of klankgroepen). Met 'klinkerlezen' worden de  leerlingen ook alvast voorbereid op het lezen van langere woorden. Zij leren dat elke lettergreep/klankgroep één klinker heeft, dat je het woord breekt tussen de klinkers en dat het aantal klinkers in een woord gelijk is aan het aantal lettergrepen(klankgroepen). Dit bevordert het ontsleutelen en lezen van langere woorden.


Nee, maar op school en thuis lezen leerlingen al teksten met zwarte letters.  Zelf teksten fonologisch coderen en lezen en  gecodeerde teksten lezen met de Taal in Blokjes Reader software is een gedeelte van wat leerlingen lezen. Indien gewenst kan de codering bij de Taal in Blokjes reader stapsgewijze worden afgebouwd. 

Door het werken met gecodeerde teksten gaan leerlingen denken in klanken. Bij “zwarte tekst” zeggen zij:  “ik zie de kleuren in mijn hoofd”.  De zwarte lettertjes krijgen meer betekenis. Klinkers worden sneller herkend en de klankgroepen en klankregels in  woorden wordt sneller waargenomen.


Zorg voor markeerstiften met een brede punt en voor een goede techniek. Gebruik géén kleurpotloden of waskrijt. Bij het markeren krijgt elke letter één veegje omhoog of omlaag, laat de leerling niet een paar keer op een neer gaan met de markeerstift bij dezelfde letter. Laat de leerling ook niet telkens de doppen op de markeerstiften doen tijdens het coderen.

Codeerstappen
1. Leerlingen coderen eerst klank voor klank en spreken daarbij tegelijkertijd de klank uit en lezen het woord hardop.

2. Daarna mogen zij overgaan naar het met dezelfde kleur coderen van de gehele tekst (bijvoorbeeld eerst alle rode letters, daarna alle gele letters enzovoort). Daarbij moeten wel eerst de oranje letters gecodeerd worden, dit zijn de stomme klinkers. Als je dit niet doet worden de stomme klinkers vaak groen!
Let op! Het na elkaar coderen van klanken met dezelfde kleur is alleen zinvol als de opdracht gecombineerd wordt met herhaald hardop lezen van de gecodeerde woorden. Laat het gecodeerde verhaal bijvoorbeeld drie keer voorlezen op verschillende dagen. De leerling leest dan de gecodeerde woorden en zinnen hardop. Het doel is hardop lezen van fonologisch gecodeerde woorden (klinkers en medeklinkers).

3. In een derde fase kunnen alleen de klinkers gecodeerd worden (wat je overhoudt zijn de medeklinkers, deze zijn blauw). Vuistregel: bij teksten van meer dan één lettergreep codeer je alleen de klinkers. Gebruik voor het oefenen eerst wat teksten met eenlettergrepige woorden.
Let op! Het na elkaar coderen van klinkers met dezelfde kleur is alleen zinvol als de opdracht gecombineerd wordt met herhaald hardop lezen van de gecodeerde woorden. Laat het gecodeerde verhaal bijvoorbeeld drie keer voorlezen op verschillende dagen. De leerling leest dan de gecodeerde woorden en zinnen hardop. Het doel is hardop lezen van fonologisch gecodeerde woorden: met de klinker als ankerpunt van de klankgroep (of lettergreep). Door het herhaald hardop lezen van fonologisch gecodeerde woorden kan de leerling steeds sneller woordstructuren herkennen en leeskilometers maken.

Het coderen gaat meestal snel met de goede techniek en wat oefening. Laat de leerling coderen waar je bij bent voor een goede indruk. Woorden deels coderen “om tijd te winnen” is niet zinvol (bijvoorbeeld op een bladzijde alleen de gele klinkers coderen en op een andere bladzijde alleen de korte klinkers). Het gaat hier niet om een losse klank-teken oefening maar om het leren werken met fonologische structuren, om het besef dat elke klinker een klankgroep (lettergreep) heeft en om het leren ontsleutelen van woorden in klankgroepen op basis van klinker-medeklinker structuren.

Het zelf coderen van teksten is een goede fonologische training en is ook belangrijk voor de spelling. Daarbij kan het zelf coderen uitstekend gecombineerd worden met het lezen van voorgecodeerde teksten in de TiB reader software voor de leeskilometers. De Reader is géén vervanging voor het zelf coderen van teksten!

Leerlingen geven vaak aan ook kleuren te zien in niet-gecodeerde tekst met zwarte letters. Dit betekent dat de kleur als fonologische ondersteuning aan de letters is gekoppeld.

Zie ook:


Je kan een aantal verhalen per week voor je leerlingen klaarzetten en zoveel leerlingen toevoegen als je wilt. Je leerlingen kunnen thuis inloggen met hun eigen leerlingaccount en de teksten lezen met klankhulp en andere leesondersteuning. In jouw hoofdaccount kan je terugzien wat de leerling thuis heeft gelezen en geschreven. Benieuwd hoe dit werkt?

Bekijk deze korte video over de bieb en leesgeschiedenis.

Laat de leerling thuis oefenen met technisch lezen, begrijpend lezen en verhalen schrijven met de Taal in Blokjes Reader software

Aan de slag:

  • Voeg de leerling toe aan de software, de leerling krijgt vanzelf inlogcodes opgestuurd.
  • Zet verhalen klaar voor thuis en kies de klankhulp en de opmaak.
  • Kijk een week later de opdrachten na in de software en geef feedback over bijv. wat de leerling in het tekstvak heeft geschreven.

Opdrachten voor thuis:

  • Lees thuis de verhalen die zijn klaargezet (kies: zelf lezen / samen te lezen / om de beurt te lezen...)
  • Vraag de leerling om, samen met zijn ouders indien nodig, bij elk verhaal in het kort op te schrijven waar het verhaal over gaat (= begrijpend lezen en schriftelijk formuleren).

Laat de leerling thuis oefenen met de spelling met de Taal in Blokjes Reader software

Aan de slag:

  • Zet woordenlijsten van de taalmethode en/of de te behandelen spellingcategorieën klaar in de Reader software, kies de klankhulp, opmaak en voeg een afbeelding toe.
  • Geef de volgende week feedback over de spellingresultaten m.b.v. wat ouders en leerlingen in het tekstvak bij het woordbestand hebben geschreven.

Opdrachten voor thuis:

  • Lees (samen) de woorden, kijk goed naar de codering van de klanken en leg de lap-top of tablet weg.
  • De ouder leest elk woord hardop en laat het woord bouwen met de klankblokken, daarna wordt het woord opgeschreven (auditief dictee).
  • Ouders en leerling geven feedback over het dictee in het tekstvak bij het woordbestand.

Het voordeel van deze werkwijze is dat ouders en kinderen met de Reader kunnen nakijken of het blokwoord goed is gemaakt en of het woord goed is opgeschreven.

Zie ook:


Ja, dat kan. Maak hiervoor een nieuw bestand aan: geef het bestand een naam, plaats de tekst of de woordenlijst in het bestand en voeg een afbeelding toe. De Reader software codeert de klanken automatisch en berekent het Avi- en Cito leesniveau van je bijdrage. Deze bijdrage komt in je ‘eigen’ bibliotheek of de bibliotheek van bijvoorbeeld je school.
Je kan je bestanden delen met je leerlingen en collega's. Dat is handig! Als elke collega bijvoorbeeld de woordenlijst van zijn/haar groep invoegt, heeft iedereen de beschikking over alle woordenlijsten. Je bestanden zijn niet zichtbaar buiten je eigen bibliotheek.

Bekijk hier de instuctievideo hoe je eigen bestanden aanmaakt. 

Voor meer informatie zie:  Wat is de Taal in Blokjes Reader software? En Taal in Blokjes software.pdf 


Ja, maak hiervoor een nieuw bestand aan en voeg je tekst en een afbeelding toe. De Reader software codeert de klanken automatisch en berekent het Avi- en Cito leesniveau in je ‘eigen’ bibliotheek. 
 
Ja, zie hiervoor de FAQ Wat is de Taal in Blokjes Reader software? En Taal in Blokjes software.pdf 



Het belangrijkste is dat leerlingen op eigen kracht leren lezen met de klankhulp en de andere mogelijkheden die de Taal in Blokjes Reader software biedt. Voorlezen vervangt natuurlijk niet het zelf lezen maar kan wel een goede aanvulling zijn voor leerlingen in bepaalde situaties en kan op veel verschillende manieren worden ingezet.

Bijvoorbeeld:

  • Voorlezen als voorbereiding bij het zelf lezen van 'moeilijke teksten' voor leerlingen die daar baat bij hebben en die zo makkelijker de volgende stap naar een hoger leesniveau kunnen zetten. De leerling leest een 'makkelijke' tekst zelf met klankhulp en het zelf lezen van een 'moeilijke' tekst wordt voorbereid door eerst naar de tekst te luisteren. Vervolgens leest de leerling de tekst zelf zonder voorleesfunctie.
  • Voorlezen als variatie voor de afwisseling, het leesplezier en de motivatie, bijvoorbeeld door mee te lezen met de voorlezer.
  • Voorlezen als ondersteuning van het begrijpend lezen in combinatie met technisch lezen als het technisch lezen zoveel inspanning vergt dat het tekstbegrip erbij inschiet. De leerling wordt extra ondersteund bij het technisch lezen waardoor er meer "ruimte is" voor het tekstbegrip.
  • Voorlezen als voorbereiding voor het begrijpend lezen: begin met begrijpend luisteren (voorleesstem). De leerling luistert naar het verhaal en leest niet mee. Vraag waar het verhaal over gaat. Geef hulp daar waar nodig. Daarna leest de leerling het verhaal zelf (zonder voorleesstem) terwijl hij veel beter begrijpt waar het over gaat.
  • Voorlezen van op klank gecodeerde teksten met NT-2 leerlingen. De voorleesstem geeft het goede voorbeeld bij het uitspreken van de gekleurde klanken. Dit is auditief en visueel heel sterk. Laat eerst de voorleesstem de gecodeerde woorden en zinnen voorlezen waarbij de leerling meekijkt (met het leeshappertje) en luistert naar de uitspraak van de groene, de gele klanken etc. Laat de leerling daarna zelf (zonder voorleesstem) of met voorleesstem het verhaal met de kleuren voor klanken lezen. voor meer infomatie zie: Is Taal in Blokjes geschikt voor NT2 leerlingen (nieuwkomers)?
  • Voorlezen als oefening voor de luistervaardigheid en het verhaalbegrip: luister goed naar het verhaal en vertel daarna waar het verhaal over gaat (begrijpend luisteren). Tevens als geheugentraining voor de gesproken taal.

Elke behandeling is maatwerk. De mogelijkheid tot voorlezen is een extra ondersteuning bij de fonologische ondersteuning en de maatregelen voor tekstvereenvoudiging. Leerlingen die baat hebben bij voorleesondersteuning hebben nu de mogelijkheid om deze functie aan te zetten (zie video). De leerling kan zelf de stem en het tempo kiezen die hij/zij prettig vindt.

Wil je liever dat je leerling helemaal geen gebruik kan maken van de voorleesfunctie, dan kan je de mogelijkheid per leerling volledig uitschakelen.

Op deze pagina