Taal in Blokjes op Ondersteuningsniveau 1


Ondersteuningsniveau 1 is goed lees- en spellingonderwijs in klassenverband. Taal in Blokjes kan hierbij ondersteunen.

Je kan Taal in Blokjes in de klas inzetten naast de gebruikte taalmethode. Bijvoorbeeld bij leerlingen die extra ondersteuning en oefening nodig hebben bij  lezen en spellen. Taal in Blokjes is methode onafhankelijk en kan naast elke taalmethode worden gebruikt. Veel werkvormen kunnen goed gecombineerd worden met je taalmethode en de werkvormen zijn multi-sensorieel: taal leren door horen, zien en doen.

Hieronder staat een basisopzet voor ON1 die je als uitgangspunt kan nemen. Deze basisopzet kan je combineren met andere materialen, software en werkvormen van Taal in Blokjes die passen bij jouw doelstellingen en specifieke situatie. Kijk hiervoor bij Werkvormen met Taal in Blokjes en bij Basisopzet materialen en werkvormen.

Je kan de basiswerkvormen van Taal in Blokjes bij je eigen taalmethode gebruiken.

Taal in Blokjes voegt een fonologische codering toe aan je taalmethode en gebruikt daarvoor een vaste kleurcode voor de soorten klanken. Zo laat Taal in Blokjes zien hoe de woorden in elkaar zitten.

Taal in Blokjes heeft veel multi-sensoriële en interactieve werkvormen: taal leren door horen, zien voelen en doen.

Denk bij de basiswerkvormen aan woorden in klanken coderen met gekleurde fluormarkers en aan woorden bouwen met de klankblokken.

Met Taal in Blokjes kunnen de leerlingen in groepjes werken, elkaar helpen en samen nakijken. Denk hiervoor bijvoorbeeld aan het maken van blokwoorden en aan de lees- en woordstructuur kwartetten. De werkvormen van Taal in Blokjes voor lezen ondersteunen de spelling en andersom.

Ook kan je met Taal in Blokjes woorden lezen en uitleggen op het digibord.

Met enkele aanpassingen zijn de werkvormen van bovenstaande link ook zonder het digibord te gebruiken in de klas.

Oefen de basisvaardigheden

1. Woorden op klank coderen met markers

Het coderen van klanken in woorden en zinnen is een (voorbereidende) leesoefening. Het coderen wordt ook gebruikt om te leren welke kleuren voor de klanken (letters) worden gebruikt (‘kleur klank-teken koppeling’).  De woorden en teksten die je in de klas gebruikt, kan je ook in de kleuren voor klanken van Taal in Blokjes laten coderen.

De leerlingen coderen de klanken en lezen het woord hardop. Doordat de klanken vaste kleurafspraken hebben, is de weg naar de klank korter bij het lezen. Het decoderen verloopt makkelijker.  Ook ziet de leerling sneller de woordstukjes in langere woorden omdat elk woordstukje één klinker heeft. Kleuren voor klanken maakt lezen makkelijker, ook bij langere woorden.

Gebruik klankblokken en fluormarkers voor de basiswerkvormen lezen en spellen van Taal in Blokjes.

Je kan daarbij ook de klank-teken kaartjes en de werkboeken van Taal in Blokjes in de klas gebruiken. 

2. Woorden bouwen met de klankblokken

Hiermee wordt de spelling geoefend. Woorden coderen en bouwen met de kleuren van Taal in Blokjes gaan hand in hand.
De klanken in woorden worden zichtbaar met kleuren en voelbaar met de klankblokken.

Eerst bouwen de leerlingen de woorden met de klankblokken en daarna schrijven zij de woorden op. Dit kan ook in groepjes: leerlingen helpen elkaar, kijken samen na en schrijven het woord op.

Taal in Blokjes geeft de klanken een kleur en stimuleert het fonologisch bewustzijn. Woordstructuren en klankregels bij lezen èn spellen worden expliciet  aangeboden.

3. Gebruik Taal in Blokjes bij je taalmethode

Hieronder zie je een paar voorbeelden van hoe je Taal in Blokjes kan combineren met een taalmethode, bijvoorbeeld bij Veilig Leren Lezen of Taal Actief.

Voor de combinatie met andere methodes bijvoorbeeld Staal en Taaljacht kan je de FAQ-vragen over dit onderwerp bekijken.

Oefen het lezen 

4. Oefen het lezen met de woorden en verhaaltjes van je taalmethode

Het coderen versterkt de klank-teken koppeling en stimuleert het fonologisch bewustzijn.
Voor het coderen kan je woorden en verhaaltjes uit het werkboek van je taalmethode gebruiken of werkbladen ingedeeld op leesniveau. Een groter lettertype is handig bij het coderen, gebruik daarom een groot lettertype je zelf oefenbladen maakt, bijvoorbeeld Arial 16. De leerlingen coderen de klanken in woorden met de kleuren van Taal in Blokjes en lezen de gecodeerde woorden (en teksten) hardop.

 

Hardop lezen is belangrijk na het coderen! 

Bij hardop lezen worden de gecodeerde klanken samengevoegd tot woorden. Afhankelijk van de doelstelling kan herhaald lezen van gecodeerde teksten zinvol zijn, vooral bij de lagere leesniveaus.

Je kan je leerling woorden en teksten laten coderen uit een verhaal en uit het werkboek van je taalmethode. Je kan ook woordrijtjes laten coderen uit een woordpakket of een woordenlijst op categorie (maak dan een woordselectie).

Voor uitleg over het op klank coderen van woorden ga naar Basiswerkvorm lezen: tekst op klank coderen en hardop lezen.

Gebruik fluormarkers voor het coderen!

Gebruik voor het coderen fluormarkers in de juiste kleuren. Fluormarkers dekken de letters niet af maar accentueren deze juist . Gebruik geen kleurpotloden of viltstiften, deze dekken de letters af.

Laat je leerlingen bij het coderen niet bij elke letter de dop op de stiften doen! Voor snel en efficiënt coderen zie de onderstaande FAQ vragen.

Taal in Blokjes gebruikt vaste kleuren voor klanken voor het ontwikkelen van het fonologisch bewustzijn. Door het coderen van klanken leren de leerlingen denken in klanken en klankstukken en gecodeerde teksten kunnen makkelijker worden gelezen.

Wat is het doel van fonologisch coderen?
Met fonologisch coderen 'kleur de klanken' oefent de leerling:
a. versterken van de klank-tekenkoppeling
b. versterken van het fonologisch bewustzijn
c. begrijpen hoe woorden in elkaar zitten
d. het snel zien van woordstructuren en dus sneller lezen
e. voorbereiding op het spellen van woorden

Hulp bij de codeer-volgorde en praktische tips: 

Zorg dat de leerling snel en effectief codeertop het niveau dat bij de leerling past.
Dát is de kunst van het coderen.

Dit betekent dat:
a) de leerling leert coderen met de juiste codeervolgorde; en
b) de leerling én begeleider praktische tips toepassen voor beter en sneller coderen.

Volgorde van fonologisch coderen

Stap 1: begin met het coderen van klankzuivere woorden en teksten
Codeer de klinkers en de medeklinkers Voor leerlingen uit de bovenbouw kunnen langere woorden worden genomen. Bijvoorbeeld ‘kaas’ en ‘stoel’ zijn klankzuiver maar ‘langsnuitdolfijn’ en ‘hefschroefvliegtuig’ ook. Laat de woorden hardop lezen.

Stap 2: laat bijna klankzuivere woorden en teksten met stomme klinkers coderen.
Begin met woorden van twee lettergrepen (klankgroepen) en voer de woordlengte op. Laat eerst alle stomme klinkers coderen en kijk samen na.
Laat daarna de andere klinkers coderen en bijv. bij de eerste twee zinnen nog de medeklinkers. Laat de woorden hardop lezen.

Stap 3: laat teksten of woorden met stomme klinkers en regels coderen
Laat eerst alle stomme klinkers coderen en kijk samen na.
Laat vervolgens alle lange klinkers met één letter coderen, dit is de regel voor de lange klinkers en kijk samen na. De leerling hoeft deze regel nog niet te beheersen of toe te kunnen passen bij de spelling. Voor een goede codering is luisteren naar de uitspraak voldoende. Lees je ‘boten’ dan is de ‘o’ geel, en is de ‘geel regel’ gebruikt. Het herkennen van woorden met de regel voor de lange klinkers is ook belangrijk voor het lezen.
Laat vervolgens de andere klinkers coderen.
Daarna leest de leerling de tekst (herhaald) hardop: de woorden worden met de klanken 'in elkaar gezet' en de woordstructuur wordt verduidelijkt.

Praktische tips: snel coderen doe je zo!
Zorg voor regelmatige en voldoende oefening: van intensief naar 'een onderhoudsdosis'.
Gebruik teksten en woorden met een (ver)groot lettertype. Verdeel een tekst in blokjes als de tekst (te) lang is.

Gebruik altijd fluormarkers
Gebruik fluormarkers en laat de klanken met één enkel veegje omhoog of omlaag coderen. Meestal gebruik je de brede kant voor de 'brede' klanken en de smalle kant van de stift voor de 'dunne' klanken (dit is ook afhankelijk van de lettergrootte). Eén klank is één veegje. Doe deze techniek voor en laat de leerling niet 3 keer op en neer met de stift gaan over één klank.

Laat de leerling ook niet elke keer de dop op de marker schuiven, maar éérst het coderen van de woorden en de tekst afmaken.

Markers zijn 'highlighters', zij versterken het beeld van de klanken. Gebruik géén kleurpotloden, deze dekken de klanken af en de leerling moet heel vaak op en neer om een letter te coderen!

Vuistregels voor sneller coderen
Vuistregel 1: (klankzuivere) woorden van één lettergreep: klank uitspreken en klank voor klank coderen. Daarna de woorden hardop lezen om de klanken samen te voegen.
Vuistregel 2: woorden van twee of meer lettergrepen: stap zo snel mogelijk over naar alleen de klinkers coderen (en bijvoorbeeld alleen bij de eerste twee zinnen nog de medeklinkers).
Vuistregel 3: na stap 1 mag de leerling op klanksoort coderen, voorwaarde is wel dat de tekst hardop wordt gelezen om de klanken in woorden samen te voegen.

Laat niet meer coderen dan nodig!
In de beginfase worden de klinkers en de medeklinkers klank voor klank gecodeerd, daarna wordt overgegaan op het coderen van alleen de klinkers. De leerling leert al snel dat de 'rest' altijd bestaat uit medeklinkers (blauw) en dat de klinker het ankerpunt van de klankgroep (lettergreep) is. Laat wel af en toe ook de medeklinkers bij de eerste zinnen van een tekst coderen.

Na verloop van tijd mag de leerling alle klanken van één kleur tegelijk coderen op voorwaarde dat de leerling daarna de woorden hardop leest zodat alle klanken van het woord worden verklankt en samengevoegd worden tot één geheel. TIP Als de leerling per klanksoort codeert, is het het beste om met de twee moeilijkste klanken te beginnen: laat eerst de stomme klinkers coderen, dan de lange klanken met één letter (regel voor de lange klanken) en vervolgens de rest, liefst op de volgorde van de klankkaart: 1. groen, 2. geel, 3. rood, 4. blauw (als dit is afgesproken). Restklanken onderstrepen als deze woorden er in zitten. Maak een 'stoplichtkaartje' voor de vaste volgorde.

Mogelijke oorzaken voor langzaam coderen 
Soms hoor je dat coderen veel tijd in beslag neemt. Dit kan worden veroorzaakt door verschillende factoren zoals verkeerd materiaal, een verkeerde techniek, door onvoldoende instructie en door te weinig oefening. Hierboven is aangegeven hoe je het codeerproces kan verbeteren en versnellen.

Ook perceptie kan een een rol spelen! Een leerling zegt bijvoorbeeld dat het coderen thuis lang duurt terwijl dat niet zo is! Check deze informatie!  Laat tijdens de les of behandeling een bladzijde coderen terwijl je toekijkt en neem de tijd stiekem op. Meestal is het codeertempo hoog, nog geen 5 minuten voor een hele bladzijde! Een eye opener voor de leerling (en de ouders). Bij navraag blijkt dan vaak dat de leerling moeite heeft met beginnen (starttijd wordt meegerekend) en met veel afleidende zaken  bezig is tijdens het coderen.

Taal in Blokjes reader voor gecodeerde leeskilometers
Gebruik de Reader software voor het lezen van een goede hoeveelheid fonologisch gecodeerde teksten! Laat de leerling de teksten herhaald hardop lezen.


Zorg voor markeerstiften met een brede punt en voor een goede techniek. Gebruik géén kleurpotloden of waskrijt. Bij het markeren krijgt elke letter één veegje omhoog of omlaag, laat de leerling niet een paar keer op een neer gaan met de markeerstift bij dezelfde letter. Laat de leerling ook niet telkens de doppen op de markeerstiften doen tijdens het coderen.

Codeerstappen
1. Leerlingen coderen eerst klank voor klank en spreken daarbij tegelijkertijd de klank uit en lezen het woord hardop.

2. Daarna mogen zij overgaan naar het met dezelfde kleur coderen van de gehele tekst (bijvoorbeeld eerst alle rode letters, daarna alle gele letters enzovoort). Daarbij moeten wel eerst de oranje letters gecodeerd worden, dit zijn de stomme klinkers. Als je dit niet doet worden de stomme klinkers vaak groen!
Let op! Het na elkaar coderen van klanken met dezelfde kleur is alleen zinvol als de opdracht gecombineerd wordt met herhaald hardop lezen van de gecodeerde woorden. Laat het gecodeerde verhaal bijvoorbeeld drie keer voorlezen op verschillende dagen. De leerling leest dan de gecodeerde woorden en zinnen hardop. Het doel is hardop lezen van fonologisch gecodeerde woorden (klinkers en medeklinkers).

3. In een derde fase kunnen alleen de klinkers gecodeerd worden (wat je overhoudt zijn de medeklinkers, deze zijn blauw). Vuistregel: bij teksten van meer dan één lettergreep codeer je alleen de klinkers. Gebruik voor het oefenen eerst wat teksten met eenlettergrepige woorden.
Let op! Het na elkaar coderen van klinkers met dezelfde kleur is alleen zinvol als de opdracht gecombineerd wordt met herhaald hardop lezen van de gecodeerde woorden. Laat het gecodeerde verhaal bijvoorbeeld drie keer voorlezen op verschillende dagen. De leerling leest dan de gecodeerde woorden en zinnen hardop. Het doel is hardop lezen van fonologisch gecodeerde woorden: met de klinker als ankerpunt van de klankgroep (of lettergreep). Door het herhaald hardop lezen van fonologisch gecodeerde woorden kan de leerling steeds sneller woordstructuren herkennen en leeskilometers maken.

Het coderen gaat meestal snel met de goede techniek en wat oefening. Laat de leerling coderen waar je bij bent voor een goede indruk. Woorden deels coderen “om tijd te winnen” is niet zinvol (bijvoorbeeld op een bladzijde alleen de gele klinkers coderen en op een andere bladzijde alleen de korte klinkers). Het gaat hier niet om een losse klank-teken oefening maar om het leren werken met fonologische structuren, om het besef dat elke klinker een klankgroep (lettergreep) heeft en om het leren ontsleutelen van woorden in klankgroepen op basis van klinker-medeklinker structuren.

Het zelf coderen van teksten is een goede fonologische training en is ook belangrijk voor de spelling. Daarbij kan het zelf coderen uitstekend gecombineerd worden met het lezen van voorgecodeerde teksten in de TiB reader software voor de leeskilometers. De Reader is géén vervanging voor het zelf coderen van teksten!

Leerlingen geven vaak aan ook kleuren te zien in niet-gecodeerde tekst met zwarte letters. Dit betekent dat de kleur als fonologische ondersteuning aan de letters is gekoppeld.

Zie ook:

5. Oefen het lezen met de Taal in Blokjes Reader software op het digibord

Je kan de Taal in Blokjes Reader software gebruiken op een tablet of op het digibord voor opdrachten met lezen én spellen.

Laat leerlingen oefenen met lezen  m.b.v. de Taal in Blokjes Reader software op het digibord. Bijvoorbeeld met de methodiek van voor-koor-zelf lezen.

Onderzoek laat zien dat de meeste leerlingen pas goede lezers worden als ze een goede leesinstructie krijgen waarbij er systematisch aandacht is voor de letter-klankkoppeling (Snow e.a. 1998). De fonologische codering van Taal in Blokjes met vaste kleuren voor klanken helpt hierbij.

Bij spelling kan je bijvoorbeeld een woorden met de regels voor de lange en de korte klinkers in de Reader software plaatsen en (automatisch) laten coderen. Leg vervolgens de regels voor de lange en de korte klinkers met de op klank gecodeerde woorden op het digibord.

 

6. Oefen het lezen met de Taal in Blokjes Reader software in groepjes

Het maken van leeskilometers is belangrijk. Je leerlingen kunnen ook zelf oefenen met lezen met de Taal in Blokjes Reader, bijvoorbeeld op een tablet in groepjes.  Met de Taal in Blokjes Reader software kunnen je leerlingen extra oefenen met het lezen van op klank gecodeerde verhalen om hun leesvaardigheid te verbeteren.

Hieronder zie je voorbeelden van twee leesniveaus en een video dat laat zien hoe je moeilijke verhalen makkelijker maakt.

 

Je kan verhalen klaarzetten uit de bibliotheek op elk leesniveau en de vorderingen monitoren.

De Taal in Blokjes Reader software heeft een uitgebreide bibliotheek met verhalen maar je kan ook zelf teksten en woordenlijsten invoegen.

Deze worden automatisch in de kleuren voor klanken van Taal in Blokjes gecodeerd.

Ook kan je een foto of afbeelding bij je verhaal invoegen.

 

Bekijk de video hieronder: lezen in een groepje met de Reader op de tablet. 

Meer weten over de Taal in Blokjes reader software en over de mogelijkheden voor lezen (en spellen)? Ga naar de Reader software en bekijk ook het behandelplan en hoe de Reader op het digibord gebruikt kan worden.

Oefen de spelling

Gebruik de klanblokken (en de springpleinen) bij het leren van de spelling. De leerlingen bouwen de woorden van de taalmethode eerst met de klankblokken van Taal in Blokjes. Zij vergelijken de blokwoorden met elkaar en helpen elkaar met verbeteren.  Daarna schrijven zij de woorden op.

7. Woorden bouwen met de klankblokken en opschrijven (auditief dictee)

Kies een aantal woorden uit om mee te oefenen. Zeg telkens een woord. Laat leerlingen het woord bouwen met de klankblokken, deze woorden met elkaar vergelijken en nakijken. Geef daarna een auditief dictee met deze woorden.

Je kan de codeeropdrachten en/of de Springpleinen van Taal in Blokjes ook als voorbereiding vóór de spelling gebruiken. Zo bouw je een extra tussenstap in om tot een goed resultaat te komen.

stap 1: woord coderen met de fluormarkers en/of woord op klank analyseren met de Springpleinen
stap 2: woord bouwen met de klankblokken
stap 3: woord opschrijven

Het nadenken over de spelling en het correct schrijven van woorden wordt op deze wijze gestimuleerd. Zo begrijpen de leerlingen hoe woorden in elkaar zitten vóórdat zij de woorden opschrijven.  Eerst denken en dan doen. 

Spelling met blokwoorden: eerst het woord bouwen en dan opschrijven!

8. Woorden bouwen met het Blokwoordenboek in groepjes

Leerlingen kunnen  zelfstandig of in een groepje werken aan de spelling met Taal in Blokjes. Bijvoorbeeld met ons Blokwoordenboek.

Eén leerling leest een woord uit het Blokwoordenboek hardop, de andere leerlingen bouwen het woord met de klankblokken. Samen kijken zij de blokwoorden na en schrijven zij het woord op.

Daarna leest een andere leerling een woord. Zo kan je ook ook lezen en spellen combineren.

Bekijk de video over het bouwen van blokwoorden in een groepje hieronder.

Voor uitleg over het maken van blokwoorden ga naar: Basiswerkvorm spellen: woorden bouwen met klankblokken en opschrijven. Zie ook onderstaande FAQ vraag:

Begin met het blokken van klankzuivere en bijna klankzuivere blokwoorden. De leerling bouwt het woord met klankblokken ‘zoals je het hoort’ (met stomme klinkers indien van toepassing).
Bij het blokken zegt de leerling het woord hardop in klanken (d-a-k, k-aa-s, s-t-oe-r ) of in klankgroepen (zak-mes, straat-je, wan-de-len) en legt tegelijk de blokjes neer. Een woord dat uit meer klankgroepen bestaat wordt eerst in klankgroepen neergelegd en nagekeken. Is het woord goed? Dan worden de klankgroepen aan elkaar geschoven en wordt het woord opgeschreven.
Als dit goed gaat, kan de handeling worden ingekort: de leerling zegt het woord in klankgroepen en bouwt het woord in één keer. Daarna worden de woorden opgeschreven: eerst met het blokwoord erbij en daarna zonder.

Gebruik de klankkaart 1+2 of 3+4 op A4 formaat voor de leerlingen die nog moeite hebben met de klank-teken koppeling en met de analyse van woorden in losse klanken. Bijvoorbeeld: je zegt 'kaas', de leerling zegt 'k-aa-s", wijst tegelijk de klanken op de klankkaart aan en legt de blokjes op de goede letters. Daarna pakt de leerling de blokjes van de klankkaart in de goede volgorde en bouwt het woord.
Als laatste stap wordt het woord opgeschreven.

Hieronder worden de stappen uitgelegd voor het bouwen van blokwoorden met de regels voor de lange en de korte klinkers.

Stappen met blokwoorden

Bij het bouwen van woorden zijn in het begin de klankstructuur en regeltoepassing van elkaar gescheiden.

De leerkracht zegt een regelwoord, bijvoorbeeld "kamertje" of "botten"

Stap 1 De leerling bouwt het woord met klankblokken ‘zoals je het hoort’ (met stomme klinkers indien van toepassing).
Bij het blokken zegt de leerling het woord hardop in klankgroepen.
In blokjes staat er: "kaamertje" en "boten".

Stap 2 De leerling bedenkt of de regel van de lange of de korte klinkers gebruikt moet worden en waarom. De leerling legt dit uit.

Stap 3 De leerling past het woord in klankblokken aan als de regel voor de lange of de korte klinkers moet worden toegepast: één geel blokje weg bij de regel voor de lange klinkers of een blauw blokje erbij bij de regel voor de korte klinkers.

Stap 4 De leerling schrijft de juiste spelling op, waarbij de leerling het woord hardop in klankgroepen uitspreekt tegelijk bij het opschrijven.

Als bovenstaande goed gaat, ga je de handeling inkorten:

Stap 1 De leerling verdeelt het woord hardop in klankgroepen, bouwt het woord met de klankblokken en past tegelijkertijd de regels voor de korte en de lange klinkers toe (indien van toepassing). In blokjes staat er: "kamertje" en "botten". De leerkracht kan aan de leerling vragen of hij/zij een regel heeft gebruikt en zo ja waarom en zo nee waarom niet (bewustwording). Een regelfout kan nog worden verbeterd.

Stap 2 De leerling schrijft de juiste spelling op, waarbij de leerling het woord hardop in klankgroepen uitspreekt tegelijk bij het opschrijven.

Daarna wordt de handeling nogmaals ingekort en blijft alleen stap 2 over:

De leerkracht zegt het woord. De leerling denkt aan de klanken en de regels en schrijft de juiste spelling op, waarbij de leerling het woord hardop in klankgroepen uitspreekt tegelijk bij het opschrijven.

Tip: Laat de leerlingen de blokwoorden met elkaar vergelijken en samen nakijken.

9. Oefen het spellen met de Taal in Blokjes Reader software op het digibord

Je kan je eigen teksten en woordenlijsten invoegen in de Taal in Blokjes Reader software en de spelling op het digibord bespreken. De klanken worden in de Reader automatisch in de kleuren van Taal in Blokjes gecodeerd.

Je kan bijvoorbeeld woordenlijsten invoegen in de Reader met een een bepaalde spellingsmoeilijkheid. Of een selectie uit woordpakketten of categorielijsten uit je taalmethode. Bespreek de spelling van deze woorden.

Oefen het spellen met de Taal in Blokjes Reader software op het digibord

Leg de spelling en de spellingregels uit op het digibord als voorbereiding op het schrijven van deze woorden.

Volg het stappenplan hieronder.
Stap 1: woorden hardop lezen
Stap 2: woorden bespreken
Stap 3: woorden bouwen met de klankblokken
Stap 4: woorden opschrijven

Materialen en software voor Ondersteuningsniveau 1

Hieronder staat een basisopzet met materialen voor Ondersteuningsniveau 1. Je kan deze opzet zelf aanvullen met andere materialen en werkvormen van Taal in Blokjes. Kijk hiervoor ook naar Basisopzet materialen en werkvormen.

Bekijk onderstaande links voor meer informatie over hoe de materialen ingezet kunnen worden. Voor het bestellen, zie hieronder.

Bij Werkvormen met Taal in Blokjes vind je aanvullende materialen en werkvormen.

Benieuwd wat je met Taal in Blokjes in groep 2 en in (de eerste helft van) groep 3 kan doen? Bekijk dan de serie het Voorlopertje voor de voorschotbenadering en de werkvormen voor de basisvaardigheden.

Voorschotbenadering groep 2

 

Bestellen

Meer weten?

Taal in Blokjes kan als interventie op Ondersteuningsniveau 2 en 3 worden ingezet voor lezen én spellen en bij risicoleerlingen. Ook kan Taal in Blokjes op Ondersteuningsniveau 1 worden gebruikt als aanvulling op de reguliere taalmethode. Taal in Blokjes kan worden ingezet vanaf de 2e helft van groep 2 tot groep 8 voor lezen èn spellen en is een erkend voortraject voor de (vergoede) dyslexiezorg.

In het “Stappenplan implementatie Taal in Blokjes op school” wordt per ondersteuningsniveau een basisopzet voor materialen, werkboeken, software en werkvormen beschreven.

Voor meer informatie zie:

  1. Taal in Blokjes klassenbreed van groep 2 tot en met groep 8 als doorlopende leerlijn.pdf
  2. Het inspiratieboek bladzijde 15


Taal in Blokjes is voor:  

  • alle leerlingen uit het basisonderwijs die hulp nodig hebben met lezen en spellen  
  • leerlingen met aankomende lees- en/of spellingproblemen die baat kunnen hebben bij een voorschotbenadering (vanaf groep 2 en 3)  
  • leerlingen in het speciaal basisonderwijs  
  • meertalige leerlingen (NT2-onderwijs) 
  • leerlingen met auditieve verwerkingsproblemen  
  • leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) en slechthorende leerlingen.  

Taal in Blokjes kan ook als evidence-based interventie voor lezen én voor spellen op ondersteuningsniveau  2 en 3 worden ingezet, bijvoorbeeld als voortraject van de vergoede dyslexiezorg.

Meer informatie?
Bekijk het Stappenplan implementatie Taal in Blokjes

Het ‘Stappenplan implementatie Taal in Blokjes op school’ geeft:
- tips voor gebruik op school,
- een basisopzet voor de aanschaf van materiaal,
- een voorbeeld van een stappenplan voor de implementatie van Taal in blokjes op school vanaf groep 2, van minder naar meer intensief, ingedeeld op de verschillende ondersteuningsniveaus. Uiteraard zijn er veel variaties in aanpak mogelijk, afhankelijk van de manier waarop een school Taal in Blokjes wil gaan inzetten.

Bekijk ook het Inspiratieboek Taal in Blokjes. In het Inspiratieboek Taal in Blokjes (48 blz.) staat veel informatie over de methode en alle materialen en software worden beschreven met doelstelling, uitleg en voorbeelden. Je kan de papieren versie kosteloos aanvragen bij info@taalinblokjes.nl Samen met het Stappenplan kan het Inspiratieboek helpen om een eerste keuze te maken.

Taal in Blokjes is een geïntegreerde methode voor lezen én spelling. Lezen en spelling zijn twee kanten van dezelfde munt, ze hebben allebei betrekking op dezelfde Nederlandse woorden.

De werkvormen voor lezen (decoderen) en spellen (coderen) versterken elkaar en vullen elkaar aan binnen deze methode. Zo geeft het fonologisch coderen van teksten (klanken kleuren) ook inzicht in de spelling van woorden. Naar gelang het leerdoel kan het accent wel meer op lezen of op spelling komen te liggen.

Zie ook:

Het Stappenplan Implementatie Taal in Blokjes op school geeft een basisopzet van groep 2 t/m groep 8 voor de Ondersteuningsniveaus 1, 2 en 3 van minder naar meer intensief (of soms omgekeerd afhankelijk van de situatie).

In het “Stappenplan implementatie Taal in Blokjes op school” wordt per ondersteuningsniveau een basisopzet voor materialen, werkboeken, software en werkvormen beschreven.

Het ‘Stappenplan implementatie Taal in Blokjes op school’ geeft:

basisopzetten voor de aanschaf en het gebruik van materiaal, werkboeken en software op verschillende ondersteuningsniveaus
- een stappenplan voor de implementatie van Taal in Blokjes op school vanaf groep 2 (voorschotbenadering) van minder naar meer intensief, ingedeeld in ON 1, ON 2, ON3.
- uitleg van werkvormen en tips voor gebruik op school.

Tip: gebruik het Stappenplan en het Inspiratieboek Taal in Blokjes als basis voor je eigen stappenplan.

Natuurlijk zijn er veel variaties in aanpak mogelijk. Dit is afhankelijk van de wensen, doelen en mogelijkheden van de school die met Taal in Blokjes gaat werken.

Je kan het Stappenplan inzien en downloaden door op onderstaande link te drukken. Het Stappenplan kan ook worden gemaild. Mail je aanvraag naar info@taalinblokjes.nl

Download "Het Stappenplan Taal in Blokjes"

Bijlagen die in het stappenplan zijn genoemd

  1. Taal in Blokjes klassenbreed van groep 2 tot en met groep 8 als doorlopende leerlijn.pdf
  2. Werkvormen lezen en spellen met Taal in Blokjes in de klas.pdf
  3. Taal in Blokjes software.pdf
  4. Ondersteun je leerlingen met Veilig & Vlot verhalen
  5. Leerlingbegeleiding thuis - lezen en spellen met de Taal in Blokjes Reader.pdf
  6. Ketenzorg Taal in blokjes en F&L-methode

 

Bekijk ook onze nieuwste filmpjes Taal in Blokjes op school 1 en 2

Taal in blokjes in de klas deel 1: https://youtu.be/dp7zQ_1lHRg

Taal in blokjes in de klas deel 2: https://youtu.be/_4QvC2HdHaA

Een goede basisopzet bestaat uit de volgende onderdelen:

foto kinderen springpleinen blz 18

  • basisset(s) met o.a. klankblokken, markers en het blokwoordenboek (bijvoorbeeld de basisset uitgebreid of een aantal blokboxen),
  • sets met gekleurde fluormarkers (gebruik géén potloden of viltstiften, dat duurt veel te lang en deze dekken de letters af),
  • werkboeken Taal in Blokjes 1 t/m 9, en het werkboek ‘Voorlopertje’, de werkboeken zijn voor zelfstandige verwerking in de klas,
  • bijbehorende handleiding/oefenmappen bij de werkboeken 1 t/m 9, de werkvormen uit een handleiding/oefenmap worden onder begeleiding gedaan en sluiten aan op de gemaakte bladzijdes in het werkboek,
  • springpleinen uitgebreid,
  • lees- en woordstructuurkwartetten,
  • klank-teken kaartjes en letterlijn (met letters, plaatjes en kapstokwoorden) en/of klank-teken kaartjes met alleen op kleur gecodeerde letters,foto tim krokodil
  • Taal in Blokjes Reader software voor school en thuis, voor het lezen van op klank gecodeerde verhalen maar ook te gebruiken voor spellingopdrachten. Ook een eigen leestraining samenstellen en monitoren binnen het programma is mogelijk. Voor toelichting en voorbeelden zie: “Leerlingbegeleiding thuis - lezen en spellen met de Taal in Blokjes Reader.pdf”
  • Taal in Blokjes Module software (met onder andere basisvaardigheden en het “sprekende klankenbord” voor de spelling).

Daarnaast kan je de volgende materialen toevoegen zoals woordbouwkaartjes, (magnetische) letters, bordspellen, dobbelspel, klankenbingo, poster voor in de klas, spiekpen, basiskaarten op A4 niveau waar de klankblokjes op passen, stickers met de basiskaart etc. Deze materialen bieden enorm veel afwisseling!

Voor meer informatie en een overzicht van de materialen ga naar:
- website taalinblokjes.nl
- intro verhaal en link naar Inspiratieboek
- bijlage pdf software (bijlage uit het stappenplan)
- pdf doorlopende leerlijn (bijlage uit het stappenplan)

Wil je starten met onze workshop Taal in Blokjes? ga naar [link]
heb je een leuke foto voor workshops?

Taal in Blokjes kan individueel, in groepjes of in de klas op elk ondersteuningsniveau worden ingezet.

Er zijn werkvormen voor:

  • zelfstandig gebruik, onder andere werkboeken, software
  • groepjes (interactieve werkvormen). Leerlingen leren en helpen elkaar door samen doen en samen nakijken. Dit zijn diverse werkvormen voor lezen en spellen, bijvoorbeeld blokwoorden maken en opschrijven, leeskwartetten, bordspellen en het dobbelspel.
  • onder begeleiding van de leerkracht of taalspecialist, onder andere de extra werkvormen uit de handleiding/oefenmappen, software voor lezen en spellen en auditieve oefeningen.Wat voor materialen heeft Taal in Blokjes?

Taal in Blokjes stopt niet in groep 4 of 5. Taal in Blokjes heeft een doorlopende leerlijn tot en met groep 8, zodat leerlingen die dat nodig hebben meerdere jaren optimaal kunnen profiteren van deze methode.

Bij de aanschaf van materialen en software kan hier rekening mee worden gehouden. Afhankelijk van de situatie kunnen leerlingen bijvoorbeeld het ene jaar met Taal in Blokjes starten op Ondersteuningsniveau 2 (minder intensief) en het volgende jaar doorgaan op Ondersteuningsniveau 3 (meer intensief) of omgekeerd.

Taal in Blokjes kan op verschillende ondersteuningsniveaus worden gebruikt naast de reguliere taalmethode. Bekijk hiervoor het Stappenplan implementatie Taal in Blokjes op school.

Kijk naar het Stappenplan Implementatie Taal in Blokjes op school, hier staan onder andere basisopzetten in voor de ondersteuningsniveaus 1,2 en 3 en voorbeelden van werkvormen. Per ondersteuningsniveau wordt een basisopzet voor de aanschaf van werkboeken en materialen gegeven.

Kijk ook naar het Inspiratieboek Taal in Blokjes voor een overzicht van werkboeken, materialen, werkvormen en software.
In het Inspiratieboek Taal in Blokjes (48 blz.) staat veel informatie over de methode en de basiswerkvormen lezen en spellen. Alle materialen en software worden beschreven met doelstelling, uitleg en voorbeelden. Bekijk het Inspiratieboek digitaal of vraag een exemplaar aan bij info@taalinblokjes.nl

Voor informatie over de Taal in Blokjes software ga naar:
Taal in Blokjes Reader software en de Taal in Blokjes Module software

Wist je dat je met de Taal in Blokjes software ook een lees- en spellingtraining kan opzetten om op school en thuis te oefenen?
Ga naar Leerlingbegeleiding thuis - lezen en spellen met de Taal in Blokjes Reader.pdf voor een voorbeeld van een behandelplan lezen en spellen met de Taal in Blokjes Reader software.

Op de website https://www.taalinblokjes.nl/videos/ staan een aantal video's waarin leerlingen oefenen met een aantal werkvormen van Taal in Blokjes.

Je kan ook overwegen om onze Workshop Taal in Blokjes te volgen. In de workshop leren leerkrachten/ taalspecialisten etc. onder andere om het lezen en spellen te beoordelen aan de hand van een casus (niveau, foutenanalyse, observaties) en om het instapniveau van de Taal in Blokjes behandeling te bepalen. Vervolgens wordt een behandelplan opgezet met de werkboeken, materialen en software van Taal in Blokjes.

Het instapniveau van Taal in Blokjes is onder andere afhankelijk van het niveau van de leerling met lezen en spellen en van de extra begeleiding die de school (en ouders) de leerling kunnen bieden. 

Bij lezen kan je uitgaan van het Avi-tekstniveau en het woordleesniveau op de DMT en EMT. Met de Taal in Blokjes Reader software kan je door de klankhulp en de maatregelen voor tekstvereenvoudiging al snel een of twee niveaus hoger gaan zitten dan het geteste leesniveau.

Bij de Taal in Blokjes Module software kies je een module op het geschatte niveau van de leerling. Als de oefening te makkelijk blijkt te zijn, ga je een stapje hoger. Als de oefening te moeilijk blijkt te zijn, ga je een stapje lager.  

Wat is het verschil tussen de Taal in Blokjes reader software en de Taal in Blokjes Module software? Bekijk hier [link naar brochure software als bijlage van het Stappenplan]

In het algemeen wordt aangeraden om met de werkboeken van Taal in Blokjes iets makkelijker in te stappen en het eerste werkboek sneller door te werken dan het volgende werkboek. Maak een foutenanalyse van de spelling van testdictees en eigen werk en kijk welk werkboek hier het beste bij past.

Zie ook het overzicht bij:  ‘Wat is de opbouw van de Taal in Blokjes werkboeken en handleidingen?’

De werkboeken zijn cumulatief, de leerstof uit voorgaande werkboeken wordt telkens meegenomen en verdiept in een volgend werkboek. Begin dus niet standaard in werkboek 1 omdat een leerling problemen met de klank-teken koppeling heeft!

Meer weten? In de workshop Taal in Blokjes leer je onder andere hoe je het instapniveau kan bepalen. 
De instapniveaus lezen en spellen komen uitgebreid aan bod in de workshop Taal in Blokjes.

Taal in Blokjes is methode onafhankelijk en kan bij elke lees- en spellingmethode worden ingezet. Woorden zijn woorden. Taal in Blokjes werkt met woordstructuren en voegt een fonologische laag toe aan de woorden. Taal in Blokjes laat zien hoe woorden en regels in elkaar zitten. Naast de werkboeken en andere materialen van Taal in Blokjes kan je  uiteraard ook je eigen woordpakketten of je leesteksten gebruiken en met Taal in Blokjes fonologisch coderen.

Het is de bedoeling dat je met de degelijke fonologische basis van Taal in Blokjes aansluit bij de gebruikte schoolmethode (Veilig Leren Lezen, Taaljournaal, Staal, Taalactief, enz.). De kleurcodering van Taal in Blokjes kan ook in de werkboeken van de op school gebruikte taalmethode worden voortgezet. Dit zorgt voor een mooie integratie tussen Taal in Blokjes en de schoolmethode. De leerling heeft dan niet het idee met twee verschillende dingen bezig te zijn.

Een goede fonologische basis is noodzakelijk om veel spellingregels goed te kunnen toepassen. Taal in Blokjes kan gecombineerd worden met de uitleg van de basisregels van de taalmethode die op school wordt gebruikt.

Leerlingen die niet zo sterk zijn in taal of juist heel veel moeite hebben met het begrijpen van ons taalsysteem begrijpen de fonologische component van regels meestal niet goed en blijven fouten maken. Regels kunnen zij wel uit het hoofd leren maar het toepassen is iets anders. Dit heeft consequenties voor spellen (schrijf je taaken, taken of takken?) én voor lezen (lees je taken of takken als er taken staat? is het hamer of hammer?).

In de workshop Taal in Blokjes wordt nader ingegaan op de regelsystematiek en op de leenwoordspelling.

Bekijk de Workshop Taal in Blokjes

Meer weten over jouw taalmethode in combinatie met Taal in Blokjes? Vul de naam van je methode in in het zoekvak van de faq pagina.

Taal in Blokjes is methode onafhankelijk en kan naast elke lees- en spellingmethode worden gebruikt. Woorden zijn woorden. Taal in Blokjes voegt met name fonologische informatie toe aan bestaande lees- en spellingmethodes (vaste kleuren voor soorten klinkers en medeklinkers).

Voor specifieke aansluiting op taalmethodes zie de andere vragen in de sectie "Taal in Blokjes in combinatie met Taalmethodes"

De materialen en werkvormen van Taal in Blokjes kunnen individueel, in groepjes en in de klas worden ingezet vanaf 2e helft groep 2 t/m groep 8.  Taal in Blokjes  is opgebouwd vanuit de woordstructuur en heeft een ‘doorlopende leerlijn’. De indeling in leerjaren is een indicatie. Maatwerk is belangrijk, het niveau van de leerlingen is leidend.   Op basis van het niveau van lezen en spellen van de leerlingen wordt een instapniveau bepaald en worden aanpassingen en keuzes gemaakt m.b.t. de materialen en werkvormen.

Taal in Blokjes heeft:

  • Werkvormen voor zelfstandig gebruik, o.a. de werkboeken en de Taal in Blokjes Reader en Module software.
  • Interactieve werkvormen voor groepjes: samen doen en samen nakijken. Dit zijn diverse werkvormen voor lezen en spellen, o.a. blokwoorden maken met het blokwoordenboek en de leeskwartetten in opklimmende moeilijkheidsgraad.
  • Werkvormen die onder begeleiding van leerkracht of taalspecialist worden uitgevoerd, o.a. de extra werkvormen uit de handleiding/oefenmappen, dictees en auditieve oefeningen.

Taal in Blokjes kan worden gebruikt vanaf de 2e helft van groep 2 (voorschotbenadering, serie 'het Voorlopertje') tot groep 8.

De hulp met lezen en spellen met Taal in Blokjes stopt niet na een jaar. De leerlingen kunnen doorgroeien in de methode en de extra ondersteuning kan – indien nodig – worden voortgezet.
Taal in Blokjes heeft een doorlopende leerlijn voor lezen en spellen zodat leerlingen die dat nodig hebben meerdere jaren optimaal kunnen profiteren van deze methode.
Taal in Blokjes kan worden ingezet op verschillende ondersteuningsniveaus: van minder naar meer intensief en omgekeerd. Afhankelijk van de situatie kunnen leerlingen bijvoorbeeld het ene jaar met Taal in Blokjes starten op Ondersteuningsniveau 2 (minder intensief) en het volgende jaar doorgaan op Ondersteuningsniveau 3 (meer intensief) of omgekeerd.
Zie voor de ondersteuningsniveaus  het Stappenplan implementatie Taal in Blokjes op school.

De materialen en werkvormen van Taal in Blokjes kunnen individueel, in groepjes en in de klas worden ingezet als ‘doorlopende leerlijn’. Taal in Blokjes is opgebouwd vanuit de woordstructuur. De indeling in leerjaren is een indicatie. Het niveau van de leerlingen is leidend. Afhankelijk van het niveau van lezen en spellen van leerlingen wordt het instapniveau bepaald en worden aanpassingen en keuzes gemaakt.

Zie voor een overzicht van de materialen bij de doorlopende leerlijn de pdf: Taal in Blokjes klassenbreed van groep 2 tot en met groep 8 als doorlopende leerlijn.pdf

 

Taal in Blokjes heeft twee softwareprogramma’s die elkaar aanvullen: de Taal in Blokjes Reader software met uitgebreide mogelijkheden voor technisch lezen op tekstniveau en de Taal in Blokjes Module software met technisch lezen op woordniveau, spelling en basisvaardigheden. Met de software van Taal in Blokjes (Reader en Module software) kan het technisch lezen van groep 3 tot en met groep 8 worden geoefend.  

Taal in Blokjes Module software: heeft klankenborden en woordenlijsten in oplopende moeilijkheidsgraad voor de spelling, oefent basisvaardigheden en woordlezen. De module software is voor behandeling op school/praktijk en heeft géén leerlingaccounts maar houdt wel per leerling de resultaten bij.

Bij de Taal in Blokjes Reader software ligt de nadruk op tekstlezen. De Taal in Blokjes Reader software is speciaal ontwikkeld voor kinderen die extra leesondersteuning nodig hebben. Door de klankhulp en diverse opmaakmogelijkheden wordt het technisch lezen vereenvoudigd en aantrekkelijk gemaakt. Dit heeft een positieve uitwerking op de leesmotivatie. Na een periode waarbij veel nadruk werd gelegd op woordlezen, mag het lezen en begrijpen van teksten zich verheugen op een toenemende belangstelling. Het doel van technisch lezen is begrijpen wat er staat. Bij tekstlezen gaat het om functioneel lezen, leesvloeiendheid en zelfredzaamheidslezen.

Meer weten:

 

De Taal in Blokjes Reader software is het enige programma dat de klanken van de Nederlandse taal begrijpt en automatisch kan coderen. Het programma kan ook woordkenmerken analyseren. De reader zorgt voor tekstvereenvoudiging door fonologische codering en diverse geavanceerde opmaakmogelijkheden, zoals onder andere lettergreepweergave, lettergrootte, letterafstand en regelafstand. Moeilijke teksten met lange woorden en kleine lettertjes worden opeens goed leesbaar. De leerling kan teksten beter lezen en begrijpen.

stekelvarken zwart-wit en in kleurcode (1)

De Taal in Blokjes Reader software heeft een eigen bibliotheek met verhalen op alle Avi-niveaus. Maar u kunt ook uw eigen biblotheek inrichten en content toevoegen, bijvoorbeeld eigen teksten, verhalen met een thema, teksten begrijpend lezen, teksten van leerlingen enz.

Combineer de reader bijvoorbeeld met de spellingles (woordpakketten), begrijpend lezen (bijv. Nieuwsbegrip) of met een schrijfopdracht: laat de leerling een samenvatting van een tekst of een origineel eigen verhaal schrijven voor in de reader.

De reader codeert ook uw eigen teksten automatisch in kleuren voor klanken en berekent daarbij het leesniveau. U kunt voor elke leerling maatwerk verzorgen door de het klaarzetten van teksten en het instellen van een optimaal leesbeeld.

Benieuwd hoe de leerlingen lezen met de reader en wat zij ervan vinden? bekijk het filmpje op taalinblokjes.nl/reader 

Zo kunt u onder andere de mate van klankondersteuning instellen door alle klanken of alleen de klinkers op kleur laten coderen. Ook kunt u klankgroepen (lettergrepen) laten aangeven om de woordstructuur te verduidelijken. Uiteraard is het aangeven van de woordstructuur ook belangrijk voor het leren van de spelling. Leerlingen met spellingproblemen kunnen bijvoorbeeld woordpakketten spelling op school of thuis voorbereiden met de reader: woordpakketten hardop lezen, woorden bouwen met de blokken en opschrijven.

Bekijk de instructievideo’s en handleiding om gelijk te beginnen! taalinblokjes.nl/reader 

Voor wie is de Taal in Blokjes Reader software?

De Taal in Blokjes Reader software helpt leerlingen met lezen. Bijvoorbeeld leerlingen die moeite hebben met de klank-teken koppeling, met de overstap van één- naar meerlettergrepige woorden en met het maken van leeskilometers. Met de reader kunnen leerlingen lezen met klankhulp.

De leesondersteuning kan op maat voor elke leerling worden ingesteld. De reader is voor scholen, individuele behandelaars en ouders. Teksten worden automatisch gecodeerd en op leesniveau ingedeeld. Er is een bi bliotheek maar u kunt ook zelf teksten invoegen.

7065c795-5d64-460e-8466-13969d874866

Hoe werkt het?

U kunt eenvoudig zelf verhalen toevoegen aan de reader. Log in op uw beheeraccount. Schrijf uw tekst of kies een tekstbestand. Voeg een afbeelding toe. Kies de codering, de regelhoogte, de regelbreedte, de lettergrootte en sla het verhaal op.

Geef aan met welke leerling u het verhaal wilt delen. De leerling leest het verhaal op school of thuis en maakt een (kleine) samenvatting. Laat de leerling ook thuis extra lezen! In de leesgeschiedenis wordt de leestijd bijgehouden en kunt u de samenvatting inzien.

Klankondersteuning

De reader codeert automatisch de klinkers en medeklinkers met de kleurcodering van Taal in Blokjes. De klankondersteuning kan geleidelijk worden afgebouwd.

De Bieb

U kunt ook verhalen kiezen uit de Bieb. U kunt zoeken op leesniveau, aantal woorden, titel, auteur enz. Uniek is de leenwoordenindex. U stelt de de mate van leesondersteuning in (codering, regelhoogte, regelbreedte, lettergrootte) en u deelt het verhaal met de leerling. U kunt natuurlijk ook samen met de leerling teksten uitkiezen voor de motivatie!

Behandelplan lezen

De leesondersteuning kan voor elke leerling apart worden ingesteld. Voorbeeld: geef maximale ondersteuning bij ‘moeilijke verhalen’ en minimale ondersteuning bij ‘makkelijke verhalen’. Stel het leesniveau bij (10 niveaus) aan de hand van de vorderingen die u ziet in de leesgeschiedenis. Kies op tekstkenmerken zoals het aantal leenwoorden. Bij elk verhaal kunt u het aantal klankgroepen en andere woordkenmerken inzien.

83758e68-e5e4-4133-839b-f62d79414435
Stuur de verhalen van uw eigen bibliotheek naar uw collega’s. Maak samen een schoolbibliotheek in combinatie met de gebruikte lees- en spellingmethodes. De Taal in Blokjes Reader wordt gebruikt met de werkboeken en materialen van Taal in Blokjes maar kan ook bij andere lees- en spelling methodes worden toegepast.

Toepassingen

  • Gebruik de Taal in Blokjes Reader software bij de lees instructiegroep, laat elke leerling om de beurt een verhaal lezen, in de leesgeschiedenis wordt het resultaat bijgehouden.
  • Gebruik de reader voor tempolezen met klankhulp bij de remedial teacher.
  • Huiswerk: zet leesteksten voor de leerlingen klaar om thuis te lezen.
  • Zet de woordpakketten spelling in de reader en laat leerlingen hiermee oefenen met lezen en met de klankblokken.
  • Geef een les op het digibord met de reader.
  • Leg de nadruk op informatieve teksten en samenvattingen voor het begrijpend lezen en de schriftelijke formuleervaardigheid.
  • Combineer de reader met verschillende leesmethodes.

De Taal in Blokjes Reader is web-based en werkt op de computer, laptop, tablet, smartphone en het digibord. Windows, Apple (o.a. iPad en iPhone) en Android worden ondersteund. De verhalen, instellingen en resultaten worden online opgeslagen. Vraag bij ons na welke voorleessoftware kan worden gebruikt met de reader om zinnen en tekstblokken voor te lezen. Dan leest de leerling met visuele én auditieve ondersteuning!

Ja. Zet het huiswerk klaar (kies samen met de leerling een of meer verhalen) om thuis te lezen. Zij loggen thuis in met hun eigen account en kunnen gelijk aan de slag! Je kan binnen de software onder andere monitoren of de leerling het verhaal gelezen heeft en in hoeveel tijd. Je kan ook vragen om in het tekstvak een kleine samenvatting te maken, zo werk je ook aan het tekstbegrip en aan de schrijfvaardigheid.


 
Ja, zie hiervoor de FAQ Wat is de Taal in Blokjes Reader software? En Taal in Blokjes software.pdf

De Taal in Blokjes Module software is een programma voor gebruik op school of praktijk. Leerlingen kunnen de software gebruiken onder begeleiding van een leerkracht of taalspecialist.

De Module software biedt werkvormen voor begeleid oefenen en voor zelfstandig gebruik. Je kan de software inzetten vanaf eind groep 2 (voorschotbenadering).

De Taal in Blokjes Module software kan worden ingezet voor basisvaardigheden, woordlezen en spelling en heeft onder andere de volgende werkvormen: woorden coderen, syntheselezen, woordvelden, tempowoorden, spelling met het klankenbord en kleurendictee.

De Module software is opgebouwd in leermodules met een oplopende moeilijkheidsgraad. Elke leerling oefent in zijn/haar eigen module en bij voldoende beheersing kan hij/ zij naar een volgende module. De software houdt voor elke leerling de resultaten bij.

Met een schoolaccount kunnen meerdere leerlingen tegelijk oefenen met de Module software.

De Module software is een oefenprogramma voor school en heeft geen leerlingaccounts om thuis te oefenen. Voor het oefenen thuis kan de Taal in Blokjes Reader software worden gebruikt. Beide programma’s vullen elkaar aan. Daarom gebruiken scholen vaak beide programma’s als ondersteuning: zowel de TiB Reader software als de TiB Module software

Werkvormen met uitleg en video voorbeelden bekijken?  Bekijk de indruk van de Taal in Blokjes module software.

Gebruik naast de Taal in Blokjes Module software ook de Taal in Blokjes Reader software. Beide programma's vullen elkaar aan. Zie voor het verschil, de uitleg en de voorbeelden de pdf: Taal in Blokjes software.pdf

Ja dat kan! Gebruik het digibord voor lezen en voor de spelling.

Voor-koor-zelf lezen met de Taal in Blokjes Reader software op het digibord doe je zo:

Voorlezen (voor)

In de eerste fase leest de leraar of een goed lezende leerling een (stukje) tekst voor. Het voorlezen gebeurt correct, in het juiste tempo én met de goede intonatie. De rest van de leerlingen luistert actief naar het voorlezen. Van belang is dat de leerlingen tijdens het voorlezen de tekst met de ogen volgen. Veel leerlingen vinden het fijn om met een bijwijzer of leesvenster te werken. Door de koppeling tussen ‘horen en zien’ krijgen leerlingen meer grip op een tekst.

Koorlezen (koor)

De volgende stap is koorlezen. Het stukje tekst dat de eerste keer is voorgelezen, lees je nu samen met de leerlingen hardop. De leraar leest in een hoog tempo dat de leerlingen als het ware meetrekt. Met koorlezen worden spreken, zien en horen aan elkaar gekoppeld. Koorlezen zorgt ervoor dat leerlingen teksten in een steeds hoger tempo kunnen lezen.

Zelf lezen (zelf)

Tijdens de laatste fase van voor-koor-zelf lezen de leerlingen hardop voor zichzelf. Leerlingen kunnen ook in tweetallen lezen.

Woordpakketten, spelling en auditief dictee met de Taal in Blokjes Reader software op het digibord oefenen doe je zo:

  1. Zet woordpakketten in Taal in Blokjes Reader software, codeer deze en projecteer deze op het digibord. Dan eerst voorlezen en samen lezen (koorlezen).
  2. Laat de woorden staan op het digibord. Visueel dictee: de leerlingen bouwen met de klankblokken de woorden op het digibord (de leerling verklankt bij het blokken maar kan "spieken" op het digibord).
  3. De leerlingen kijkt het blokwoord na m.b.v. het digibord. In een groepje kijken leerlingen elkaar na.

4. Zet het digibord uit. Zie hieronder voor stap 5 en verder: auditief dictee.

Gebruik bijvoorbeeld de spellinglijsten van de taalmethode die in de klas wordt gebruikt. Tijdens het behandelen van een spellingcategorie kan je steeds een stap weghalen totdat je alleen een auditief dictee geeft, zonder blokwoorden. Het doel is dat de leerlingen de kleuren internaliseren en gaan “blokken in het hoofd”. Stap 2 en 3 kan je soms al redelijk snel overslaan, afhankelijk van de situatie en het niveau van de leerlingen. Het blijft echter cruciaal om gecodeerde woorden (en teksten) hardop te lezen, ook voor de spelling! Bij de volgende spellingcategorie gebruik je weer meer
stappen.

Op deze pagina